Kamminga blijft op 50 school steken op plek vijf, Verlinden mist laatste kans
Arno Kamminga is er tijdens de Europese kampioenschappen in Boedapest niet in geslaagd op de 50 meter schoolslag een derde individuele medaille in de wacht te slepen. Als specialist op de 100 en 200 meter kwam hij op het niet-olympische nummer snelheid tekort om over één baan het verschil te maken. De Katwijker finishte in 27,13 als vijfde.
Het goud ging zoals verwacht naar Adam Peaty. De Brit was met 26,21 veruit de snelste van de acht finalisten.
Thom de Boer plaatste zich in de halve finale van de 50 meter vrije slag voor de finale, die zondag op het programma staat. De 20-jarige Amsterdamse sprinter van De Dolfijn verraste in de series door de snelste tijd van het hele veld neer te zetten: 21,76.
In de halve finales tikte De Boer aan in 21,80, waarmee hij als vierde naar de eindstrijd van zondag gaat. Kenzo Simons sneuvelde bij de laatste zestien: 22,14. De snelste tijd van de vond kwam op naam van de Griek Kristian Gkolomeev (21,60).
Olympisch ticket Korstanje
Op de 100 vlinder kende Nyls Korstanje een dag met een lach en een traan. In de series klokte hij 51,83, waarmee hij zich verzekerde van een startbewijs voor de Olympische Spelen, die was bepaald op 51,93. In de halve finale stelde hij teleur met 52,25, waarmee hij zich niet plaatste voor de strijd om de medailles van zondag.
Joeri Verlinden verliet zaterdag de Duna Arena met een sporttas vol vraagtekens. Tijdens de Olympische Spelen van 2012 in Londen finishte hij op de 100 vlinder als zesde in 51,82, een tijd waarmee hij 0,38 seconden tekort kwam voor het zilver. In Boedapest werd hij 35e in 52,87. Naar de oorzaak van de vrije val is het ook voor de 33-jarige Eindhovenaar gissen.
Vraagtekens bij Verlinden
"Vier jaar lang heb ik toegewerkt naar de olympische kwalificatie. Met deze tijd hoor je niet thuis op de Spelen. Deze tijd is mij onwaardig."
Verlinden verspeelde daarmee zijn laatste kans om in aanmerking te komen voor een retourtje Japan. "Ik weet oprecht niet waar het aan ligt. Ik heb de ballen uit mijn broek getraind, ieder dag. In de trainingen haal ik een niveau dat ik twaalf jaar geleden niet haalde. Dat geeft hoop, al wil je die resultaten graag terugzien in het wedstrijdbad."
Het woord stoppen komt evenwel nog altijd niet voor in zijn vocabulaire. "Ik wil nog altijd aan mezelf bewijzen dat een toernooi als een EK het niveau is waar ik op thuishoor."