Honderden longkankerpatiënten overlijden zonder dat ze beste behandeling kregen
Honderden longkankerpatiënten in Nederland zijn overleden zonder te hebben geweten dat er voor hen een betere, doelgerichte behandeling mogelijk was geweest. Die kan levensverlengend zijn, zo'n twee tot vier jaar.
De betere behandeling draait om een speciale vorm van genetisch onderzoek: Next Generation Sequencing (NGS). Dat is een relatief goedkope manier om het dna van een tumor in kaart te brengen. Een behandeling kan dan worden gericht op die specifieke genetische mutatie.
Variatie
"Elke longkankerpatiënt zou zo'n NGS-onderzoek moeten krijgen", zegt Joachim Aerts, hoogleraar en afdelingshoofd Longgeneeskunde in het Erasmus MC in Rotterdam. Dat moet gebeuren bij gespecialiseerde centra, vindt hij.
Op dit moment bestaat er in Nederland nog veel variatie in de inzet, uitvoering en interpretatie van de onderzoeken om specifieke mutaties op te sporen waarvoor een doelgerichte behandeling bestaat. "Een aantal ziekenhuizen bepaalt alleen de relatief vaak voorkomende mutaties", zegt Aerts.
De moeilijkere tests op zeldzamere mutaties worden veel minder vaak uitgevoerd, terwijl er ook voor patiënten met een aantal van die mutaties een langere overlevingstijd mogelijk is. Er bestaan namelijk gerichte therapieën die bij hun specifieke mutatie passen.
Aerts wijst er verder op dat immunotherapie voor een aantal van deze patiënten in veel gevallen maar weinig zin heeft. Die therapie is bij enkele vormen van kanker onderdeel van de standaardbehandeling,
Volgens Aerts moet moleculaire diagnostiek vaker toegepast worden dan alleen bij patiënten met uitgezaaide longkanker. Daarmee kan worden voorkomen dat de patiënten een behandeling krijgen die mogelijk een negatief effect heeft, terwijl hun een werkzame behandeling wordt onthouden.
Op grotere schaal toepassen
Om de variatie in de toepassing van moleculaire diagnostiek en in de behandeling van patiënten met (uitgezaaide) longkanker terug te dringen, wil Aerts de techniek centraliseren. Dat doet hij met collega's uit een aantal andere ziekenhuizen en met steun van zorgverzekeraar CZ. Daartoe gaat nu een pilot lopen.
De bedoeling daarvan is de behandeling van patiënten te verbeteren door de moleculaire diagnostiek op grotere schaal toe te passen. Dat moet ertoe leiden dat meer patiënten de behandeling krijgen die specifiek past bij hun genetische mutatie.
Moderne apparatuur
De centralisatie van de moleculaire diagnostiek moet gebeuren in een beperkt aantal academische ziekenhuizen en het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam, dat in kanker is gespecialiseerd. De laboratoria van die ziekenhuizen hebben de modernste apparatuur en de meeste expertise om de benodigde tests te doen, de resultaten te interpreteren en de optimale behandeling te bepalen.
Het is de bedoeling dat longartsen en pathologen van de verwijzende ziekenhuizen betrokken blijven bij de behandeling van hun eigen patiënten. Zo overleggen ze mee in de vergaderingen van de zogeheten 'Tumor Board', die twee keer per week moeten plaatsvinden.