Terugblik: vanaf 'superjanuari' was landskampioen Ajax niet meer te houden
Het was het jaar van landskampioen Ajax. Het jaar dat begon met het afscheid van de zo geliefde Hakim Ziyech en Donny van de Beek. Het jaar van het verkeerde pilletje van doelman André Onana. Het jaar van het steekincident rondom Quincy Promes.
Het was het jaar van Sébastien Haller, de man van 22,5 miljoen en een ontbrekend Europees vinkje. Het jaar van Klaas-Jan Huntelaar, die weer eens optrad als redder in nood en van wie ze bij Schalke 04 hoopten dat hij dat ook daar kon doen.
Het was het jaar van de terugkeer van 'Mister 1-0' Davy Klaassen. Het jaar waaruit bleek dat er nog altijd gebouwd kan worden op de 38-jarige doelman Maarten Stekelenburg. Het jaar waarin 'oudjes' Dusan Tadic en Daley Blind hun waarde elk duel opnieuw bewezen.
Het was het jaar van de latino's, waarin de soms bij het publiek zo gehate Edson Álvarez na het officieuze kampioenschap luidkeels werd toegezongen. Het jaar waarin de nieuwe lichting met Jurriën Timber en Devyne Rensch geruisloos een plekje veroverde.
Het was het jaar van Ryan Gravenberch en van de doorbraak (en alweer het naderende afscheid) van Brian Brobbey. Het jaar van de onnodige, Europese uitschakelingen tegen Italiaanse clubs.
Vanaf januari was Ajax niet meer te houden
Het was het jaar van Erik ten Hag. De trainer, die onlangs zijn contract verlengde en voor de tweede keer in drie jaar tijd de dubbel wist te pakken in Amsterdam. Waar werd de basis voor de 35ste landstitel van Ajax gelegd? In de 'supermaand' januari.
Als we de topduels nu eens allemaal plannen na de winterstop, dan hebben we meer kans dat er tegen die tijd weer publiek aanwezig mag zijn in de stadions, bedacht Ajax-directeur Edwin van der Sar vorig jaar zomer, midden in de coronacrisis.
En zo was daar 'superjanuari', een maand vol toppers. Ajax ging de maand in als koploper, met een punt voorsprong op PSV. Daar waar de concurrentie veel punten morste, denderde Ajax door.
Zeven punten
Na de 2-2 thuis tegen PSV waren er zeges op achtereenvolgens FC Twente, Feyenoord, AZ (achtste finales beker), Fortuna Sittard, Willem II en opnieuw AZ. De Amsterdammers kwamen de maand uit met een voorsprong van zeven punten op PSV en de rest.
Vanaf dat moment was voor iedereen vrij duidelijk dat de landstitel in de hoofdstad zou blijven. Het elftal van Ten Hag kwam nooit meer in de problemen en kroonde zich afgelopen zondag met groot verschil tot kampioen van Nederland.