Zestig procent wil versoepelingen, 'teleurgesteld dat dit niet doorgaat'
Zes op de tien Nederlanders staan geheel of grotendeels achter de versoepelingen van de coronamaatregelen die het kabinet heeft uitgesteld. Dat de versoepelingen nu voorlopig niet doorgaan is voor mensen dan ook moeilijk te slikken, concludeert I&O Research uit draagvlakonderzoek dat het bureau geregeld doet in opdracht van de NOS.
Voor sommige versoepelingen is de steun zelfs enorm. Dat geldt vooral voor de uitbreiding van het toegestane aantal bezoekers van een naar twee, waar 80 procent achter staat. De beperking van het aantal bezoekers vonden mensen van meet af aan de lastigste maatregel. Steeds minder Nederlanders houden zich er aan.
Ook de opening van hogescholen en universiteiten (met sneltesten) kan op veel steun rekenen: 72 procent is daarvoor. En ongeveer twee derde van de bevolking onderschrijft het openen van terrassen en winkels.
Het langer voortduren van de avondklok leidt tot minder teleurstelling. Met de avondklok heeft slechts 17 procent problemen.
'Inconsistente communicatie'
Het draagvlak voor het coronabeleid als geheel is nog altijd relatief groot: 61 procent staat achter de manier waarop het kabinet in het algemeen omgaat met de maatregelen. Maar de roep om versoepelingen neemt dus wel steeds verder toe. En onderzoeker Peter Kanne valt op hoeveel mensen onbegrip tonen over maatregelen en met name wat zij zien als de inconsistente manier van communiceren daarover.
"Net als verschillende burgemeesters begrijpen zij niet", aldus Kanne, "waarom terrassen niet open zouden kunnen als uit onderzoek blijkt dat besmettingen vooral binnenshuis plaatsvinden. En zij wijzen erop dat de situatie op terrassen aan strikte regels is gebonden, terwijl die regels er voor overvolle parken op een mooie dag er niet zijn. Het niet doorgaan van eerder uitgelekte versoepelingen maakt dat onbegrip en de teleurstelling alleen nog maar groter,"
14 procent meent dat de coronamaatregelen zelfs compleet zouden moeten worden losgelaten, inclusief de 1,5 meter afstand. In januari op het hoogtepunt van de tweede golf was dat minder dan de helft: 6 procent.