Politie in Noord-Ierland voor derde avond op rij aangevallen
Voor de derde avond op rij hebben pro-Britse relschoppers in Noord-Ierland de politie aangevallen. In Newtownabbey en Carrickfergus, plaatsen die grenzen aan Belfast, werden benzinebommen en bakstenen naar de politie gegooid.
De onlusten waren wel minder heftig dan vrijdag- en zaterdagnacht, schrijft The Belfast Telegraph. Zaterdag werden er dertig benzinebommen naar de politie gegooid, vrijdag raakten 27 agenten gewond.
De politie heeft in totaal acht relschoppers geïdentificeerd die in de afgelopen dagen aan de aanvallen hebben deelgenomen. Zij moeten eind april voor de rechter verschijnen.
De relschoppers zijn boos omdat ze vinden dat ze door het handelsakkoord dat het Verenigd Koninkrijk met de EU gesloten heeft afgesloten zijn van de rest van het Verenigd Koninkrijk. Er is in dat akkoord niet gekozen voor een harde landsgrens tussen EU-lidstaat Ierland en Noord-Ierland, juist om de vrede in Noord-Ierland te bewaren. Noord-Ierland voldoet daarom nog deels aan handelsregels van de EU en er is een douanegrens opgetuigd tussen Noord-Ierland en Groot-Brittannië.
Vertrouwen kwijt
Wat ook meespeelt is woede over het besluit om 24 leden van de nationalistische partij Sinn Féin niet te vervolgen. Zij waren bij een begrafenis aanwezig die ondanks de coronamaatregelen massaal werd bezocht. Verder heeft de politie recent veel drugsvangsten gedaan bij een lokale afdeling van de Ulster Defence Association, een pro-Britse paramilitaire organisatie. Leden van die groep zouden deelgenomen hebben aan de aanvallen op de politie.
Alle grote pro-Britse politieke partijen in Noord-Ierland hebben de baas van de Noord-Ierse politie opgeroepen ontslag te nemen. Hun gemeenschap is het vertrouwen in hem kwijt, zeggen ze.