Einde lijkt in zicht voor huidige kalvermesterij in Nederland
Rob Koster
Economieverslaggever
Rob Koster
Economieverslaggever
Onderzoek in opdracht van het ministerie van Landbouw kondigt het einde aan van de huidige kalvermesterij in Nederland. Nu gaan de 'overtollige' kalfjes uit de melkveehouderij na veertien dagen naar een bedrijf dat ze vetmest voor de vleesproductie. Deze bedrijven importeren ook veel kalveren uit het buitenland.
In de toekomst moeten kalveren, volgens het rapport, langer of zelfs helemaal bij de melkveehouder blijven en wordt de import aan banden gelegd. "De kalversector wordt in bepaalde scenario's kleiner of verdwijnt zelfs helemaal, terwijl de rol van de melkveehouder zal veranderen", staat in het rapport.
Demissionair minister van Landbouw Schouten heeft het rapport laten opstellen door drie particuliere onderzoekbureaus onder begeleiding van negen ambtenaren van het ministerie en één van het Planbureau voor de Leefomgeving. De Scenariostudie Kalverketen gaat eind deze maand naar de Tweede Kamer, zegt een woordvoerder van Schouten. De NOS is in het bezit van de conceptversie van eind januari.
De scenario's en aanbevelingen zijn dusdanig controversieel dat het demissionaire kabinet er geen besluit meer over zal nemen. Verwacht wordt dat het rapport onderdeel wordt van de discussie over de landbouw tijdens de kabinetsformatie.
Sinds de jaren 60 van de vorige eeuw is met het overschot van kalveren uit de melkveehouderij een lucratieve vleesindustrie opgezet. Nederland is inmiddels in omvang koploper in Europa. Ondertussen nam de kritiek op de sector toe.
Zo leidt de mestproductie van de vleeskalveren tot negatieve gevolgen voor het milieu en klimaat. Ook is er kritiek op langdurig transport van kalveren uit het buitenland. Het rapport spreekt verder van veel longontstekingen, een hoge kalversterfte en resistente bacteriën als gevolg van overmatig antibioticagebruik.
De situatie in de kalverhouderij is volgens de onderzoekers in de afgelopen jaren op veel punten verbeterd, maar nog niet genoeg.
Minister Schouten besloot tot het onderzoek vanwege een conflict uit 2019 over de verduurzaming van de kalverhouderij. De minister werd het niet eens met de sector over de financiële voorwaarden die bedrijven stelden aan het nemen van maatregelen.
Het rapport stelt nu de hele kalverketen ter discussie: "De beperkte afzet in Nederland in combinatie met de import van kalveren maakt dat de license to produce (het bestaansrecht) onder druk staat." Het rapport schetst daarom drie toekomstscenario's voor de kalverhouderij.
In het eerste scenario blijven kalveren hun hele leven op een melkveehouderij, wordt weidegang gestimuleerd, krijgen de dieren onbeperkt drinken en zachte en grotere ligplaatsen, en mag het transport naar het slachthuis niet langer dan vier uur duren. Als bedrijven kalveren willen importeren moeten die in het land van herkomst dezelfde omstandigheden hebben gehad. De bestaande kalvermesterijen verdwijnen in dit scenario net als de verzamelcentra en de langeafstandstransporten. Dit model zorgt voor ingrijpende veranderingen voor melkveebedrijven.
In het tweede scenario blijven kalveren minimaal drie maanden op een melkveebedrijf, nu is dat veertien dagen. Daarna mag het kalf naar een kalvermesterij. Intensieve samenwerking tussen melkveehouder en de kalfsvleessector moet zorgen voor een verbetering van de gezondheid en het welzijn van de dieren. De kalverhouderij wordt in dit model flink ingekrompen en ook dit model zorgt voor grote veranderingen in de melkveehouderij. De import van kalveren is ook hier alleen mogelijk als het land van herkomst aan dezelfde voorwaarden voldoet.
Het derde scenario sluit aan bij de plannen voor kringlooplandbouw van de minister en gaat uit van een "regionaal georiënteerde korte kalverketen". De maximale transportafstand van melkveehouderij naar de kalverhouder wordt 100 kilometer. De instroom naar de kalverhouderij gaat naar behoefte per kalf, nu worden complete stallen in een keer vervangen met nieuwe kalveren. Kalverhouders moeten zich in dit scenario meer over Nederland verspreiden en import is alleen mogelijk in de grensstreken uit buurlanden.
De financieel-economische consequenties van de modellen zijn niet berekend. De belangenorganisatie van de kalverhouders en betrokken bedrijven kregen tijdens gesprekken met de onderzoekers onvoldoende vertrouwen in het rapport om bedrijfsgegevens te delen.