8,5 miljard voor het onderwijs, maar 'verkeerde keuzes liggen op de loer'
Laura Steenbeeke
redacteur Binnenland
Laura Steenbeeke
redacteur Binnenland
Het is een ongekende kapitaalinjectie: 8,5 miljard euro voor het onderwijs. Minister Slob en minister Van Engelshoven presenteerden vorige week hun plan om de achterstanden door corona in te lopen. Het geld is voor de komende 2,5 jaar, vrij besteedbaar door de scholen zelf. Waar gaat het naartoe? Een extra onderwijsassistent, cursussen voor leraren, of bijlessen in het weekend? En heeft het wel effect?
Het zou het beste zijn als het geld in de klas terechtkomt, in plaats van bij de besturen, zegt hoogleraar Inge de Wolf. Ze doet onderzoek naar de effectiviteit van onder andere inhaalprogramma's en richtte samen met socioloog Thijs Bol een speciaal onderwijs-OMT op om scholen te adviseren bij het uitgeven van het geld.
De Wolf vindt het een verstandige beslissing dat het kabinet niet bepaalt waar het geld naartoe moet gaan. Maar verkeerde keuzes liggen volgens haar op de loer. Schooldirecties hebben maar weinig tijd om na te denken over de uitgaven, en weten niet altijd genoeg over de effectiviteit van hun ingrepen, stelt de onderwijsonderzoeker.
De Wolf denkt dat extra personeel de beste investering is. Maar een leraar aantrekken voor een korte periode, zeker in tijden van tekorten, is moeilijk. "Mailboxen van schoolleiders lopen op dit moment over van aanbiedingen van commerciële bijlesbureaus. Een directeur kiest dan misschien sneller voor een losse cursus, terwijl de effectiviteit hiervan lang niet altijd bewezen is."
Extra personeel staat ook hoog op de verlanglijst van directeur Marcel Huijgens van basisschool de Fonkel in Tilburg. "Om in kleine groepjes power-onderwijs geven, en gericht lesstof te herhalen, dat werkt voor onze leerlingen heel goed." Maar ook hij vreest dat het moeilijk wordt om nieuw personeel te vinden. "Alle scholen gaan straks tegelijk de markt op, dat wordt dringen. En moet ik die leraar dan na 2,5 jaar weer op straat zetten als het geld op is?"
Daarom gaat Huijgens zijn personeel dat parttime in dienst is vragen of zij meer uren willen werken. "Deze leraren kennen de leerlingen, en de methodes. Het zou mooi zijn als zij dat willen doen. Door dit extra geld zie ik nieuwe mogelijkheden."
Tegenovergestelde effect
Ook als het geld in de klas belandt, heeft het nog niet direct effect, waarschuwt De Wolf. "De leraar is de allerbelangrijkste factor. Maar als je extra lessen ongericht inzet, kan het juist contraproductief werken."
Zo toont Amerikaans onderzoek aan dat leerlingen zonder achterstanden slechter gaan presteren als ze mee moeten doen aan bijspijkerprogramma's. "Voor die leerlingen werkt extra begeleiding stigmatiserend, ze raken hun zelfvertrouwen kwijt. Het is dus heel belangrijk dat scholen en onderwijsinstellingen kijken welke leerlingen iets extra's nodig hebben, en welke niet", zegt De Wolf.
Bovendien blijken sommige bijspijkerprogramma's maar weinig effectief. "Bij veel zomerscholen gaan begeleiders leuke activiteiten met kinderen doen, zoals koekjes bakken en voetballen. En denk ook aan 'maatjes' die samen met leerlingen gaan lezen. Het zijn mensen met goede bedoelingen, maar ze zijn niet opgeleid om achterstanden weg te werken. Het kan leuk zijn voor een leerling, maar als je laaggeletterdheid wilt aanpakken, is dit niet de oplossing."
In kleine groepjes werken
Het zal per school verschillen wat de juiste aanpak is. "Als er op een school maar drie leerlingen achterlopen, kun je die heel gericht gaan bijspijkeren. Maar als een hele klas achterloopt, kun je beter dubbel zoveel reken- en taallessen gaan geven", aldus De Wolf.
Op basisschool de Fonkel willen ze het geld vooral steken in veel een-op-een contact. Een deel van de leerlingen van de openbare basisschool heeft een onderwijsachterstand. "Voor kinderen met bijvoorbeeld een Poolse achtergrond is het heel moeilijk om zelfstandig het Nederlands leren. Als ze in een kleiner groepje, met één-op-één begeleiding werken, gaat dat een stuk sneller", zegt directeur Marcel Huijgens.
De Wolf hoop dat zij samen met haar collega's in het onderwijs-OMT scholen zo goed mogelijk kan adviseren over raadzame uitgaven. "Het mooiste resultaat van deze investeringen zou zijn dat het onderwijs niet voor even, maar structureel verbetert."