Met hard ijs en een veranderd luchtgordijn gaat het razendsnel in Thialf
De een noemt het ijs in Thialf levensgevaarlijk, de ander is blij dat het zo lekker glijdt. Bij de wereldbeker van afgelopen weekeinde vielen de baanrecords van Patrick Roest en Irene Schouten op, maar ook het grote aantal valpartijen op de sprintafstanden.
Al de hele winter zijn het ijs en de omstandigheden onderwerp van gesprek. Onder anderen Sven Kramer beklaagde zich erover, hij baalde ervan dat de kwaliteit van de ijsvloer niet stabiel genoeg was. Kramer wil bij iedere training en wedstrijd onder dezelfde omstandigheden kunnen schaatsen, maar daar was naar zijn mening geen sprake van.
'Een stabiele ijsvloer'
Sinds anderhalve maand hebben de ijsmeesters van Thialf een recept gevonden dat tot tevredenheid stemt, zegt Jolle van der Heide, een van de verantwoordelijken voor de ijsvloer. "We hebben een koers ingezet met trainers en coaches om een stabiele ijsvloer neer te leggen."
Naast de ijsvloer zou volgens sommigen ook een verandering in het luchtcirculatiesysteem tot snellere tijden leiden. Maar daarover later meer.
Bekijk hieronder de reportage over ditzelfde onderwerp:
Eerst de ijsvloer: de toplaag daarvan is 8,5 à 9 graden onder nul. De betonlaag onder het ijs is min 13 graden en dat levert een relatief harde ijsvloer op, merken de schaatsers. "Voor lange afstanden is een harde ijslaag goed en voor een sprinter is het iets minder", legt Van der Heide uit.
Het blijkt uit de gereden tijden, want vooral op de lange afstanden gaat het razendsnel. Zo verbeterde Patrick Roest al drie keer zijn baanrecord op de vijf kilometer en reed hij op de tien kilometer de tweede tijd ooit.
En op de drie kilometer zijn acht van de tien snelste tijden ooit in Thialf gereden in de laatste drie schaatsweekeinden.
Hard ijs glijdt goed, dat is gunstig voor stayers, maar sprinters merken dat ze met hun krachtige slagen minder controle hebben. Thomas Krol vond het gevaarlijk, Dai Dai N'tab zelfs levensgevaarlijk.
"We riskeren ons leven door met zestig kilometer per uur in een bocht te vliegen, maar eigenlijk is het een heel ander spelletje als je moet proberen niet op je gezicht te gaan", zei N'tab.
We veranderen niks aan de instellingen.
Van der Heide: "Het is een gevoel, maar ik zie ook andere dingen. Lennart Velema rijdt persoonlijke records, dus zeg het maar."
De woorden van N'tab en Krol zijn voor Van der Heide geen reden komend weekeinde bij de tweede wereldbeker te sleutelen aan het ijs. "We gaan voor stabiel ijs en veranderen niks aan de instellingen. We zetten hierop in en gaan daarmee door."
Extra dweilpauze
Wel wordt er na de 500 meter voor vrouwen, voordat de mannen de kortste afstand rijden, een keer extra gedweild. Daarmee krijgen de mannen beter ijs en is de kans op valpartijen kleiner.
Bekijk hieronder het programma van de wereldbeker van dit weekeinde:
Naast de ijsvloer houdt ook mogelijke meewind in Thialf de gemoederen bezig deze winter. Er zou sinds dit seizoen wind waaien in de hal in de rijrichting van de schaatsers, meewind die snelle tijden oplevert. Maar daar is volgens Berry Buis, verantwoordelijk voor de luchtstromingen in Thialf, geen sprake van.
Luchtgordijn achter de boarding
Maar er is wel iets veranderd. Achter de boarding zitten roosters in de grond waaruit lucht omhoog wordt geblazen. Die lucht zorgt ervoor dat de schone lucht die vanuit het plafond richting de ijsbaan wordt geblazen, niet naar de tribunes verdwijnt.
De rijwind die op de baan ontstaat, blijft op de baan. Achter de boarding ontstaat dus een luchtgordijn.
Gedraaide roosters
In november zijn de roosters een kwartslag gedraaid, ze staan nu meer in de rijrichting van de schaatsers. Maar de lucht waait nog altijd recht omhoog, zegt Buis.
"Door die roosters te draaien hebben we geprobeerd gaten in het luchtgordijn te dichten. Zodat de lucht die over de boarding komt, niet tussen de roosters doorgaat."
Buis benadrukt dat die lucht voor de schaatsers niet voelbaar is. Maar of de luchtcirculatie door het verbeterde luchtgordijn beter werkt, en dat er daarom harder gereden wordt, durft hij niet te zeggen. "Theoretisch zou het misschien kunnen, maar of het echt zo is, waag ik te betwijfelen."