RIVM: dit jaar twee derde minder fijnstof door vuurwerk
In deze nieuwjaarsnacht, waarin geen vuurwerk mocht worden afgestoken, zijn in de steden veel lagere concentraties fijnstof gemeten dan vorig jaar. Dat blijkt uit cijfers van het RIVM.
Tussen middernacht en 1 uur vannacht is per meetstation gemiddeld zo'n 200 microgram per kubieke meter lucht aan fijnstof (PM10) gemeten. Vorig jaar ging het om circa 650 microgram.
Voor het eerst werd in Nederland een algeheel vuurwerkverbod afgekondigd. Het lijkt er - gezien de fijnstofmetingen - dus op dat er in de steden twee derde minder vuurwerk is afgestoken dan vorig jaar.
Door de matige wind vannacht bleven de deeltjes wel veel langer hangen, waardoor er in de daaropvolgende uren nauwelijks verschil met vorig jaar werd geregistreerd. De wind kwam uit het westen, waardoor de lucht in de Randstad na een paar uur weer schoon was, terwijl verhoogde concentraties fijnstof in Oost-Nederland nog tot vanmiddag konden worden gemeten.
Volgens onderzoeker Joost Wesseling van het RIVM was het een "redelijk uniek jaar". Na 1 uur vannacht nam de gemeten hoeveelheid fijnstof namelijk nog iets toe, waar het andere jaren na een uur altijd afneemt. "Een mogelijke verklaring is dat sommige mensen de kat uit de boom hebben gekeken en later wat vuurwerk hebben afgestoken, dat er brandjes zijn gesticht of dat er laat nog veel houtstook was."
Het RIVM wijst erop dat het om een voorlopige analyse gaat van ongevalideerde officiële metingen in zo'n 20 steden, langs snelwegen en industriegebieden, gecombineerd met resultaten van honderden fijnstofsensoren van burgers. Een uitgebreide analyse van heel Nederland zal later verschijnen.