Hoe de dartswereld smulde van Mieke de Boer, maar 'Bambi' zelf ongelukkig werd
De ogen van de dartsliefhebbers zijn momenteel gericht op het WK in Londen. Een jaar of twintig geleden moesten diezelfde liefhebbers twee keer knipperen met hun ogen, toen ze een opvallende verschijning op zagen komen. Met hoge hakken!
Dit is het verhaal van Mieke de Boer. Een jonge, Nederlandse blondine die begin jaren 2000 opviel in een wereld van - met alle respect - voornamelijk wat oudere mannen met bierbuiken.
De Boer, bijnaam Bambi, maakte indruk, won een groot toernooi in Utrecht en werd een bekende Nederlander. Ze kreeg een kortstondige relatie met Goede Tijden Slechte Tijden-ster Bas Muijs en stond zonder (darts)kleding in de Playboy.
Maar na 2005 verdween ze letterlijk en figuurlijk van het podium. Het werd stil rondom De Boer. Héél stil. Tot nu.
Dan dacht ik: laat mij lekker, ik ben geen Bambi meer. Dat ben ik ook letterlijk niet meer.
Om De Boer op te snorren, is wel wat moeite nodig. Hoeveel publiciteit er rondom haar was rond 2002, zo weinig is er te vinden van de tijd daarna. Bewust, zo blijkt. Uiteindelijk biedt haar maatschappelijke carrière uitkomst en lukt het om haar te spreken.
Goed te herkennen
"Hallo, kom erin", klinkt het enthousiast vanuit de intercom in een appartementencomplex onder de rook van Amsterdam. Als de deur opengaat, valt op dat de blonde lokken wat bruiner zijn geworden. Maar De Boer is nog altijd goed te herkennen.
Voor het Nederlandse publiek leek het alsof ze er twintig jaar terug ineens was. "Voor mij niet. Ik speelde al vanaf mijn 8ste, zat op mijn 17de bij de senioren en gooide snel internationaal. Ik was al jaren bezig, maar Nederland zag ineens een jong, blond meisje op het toneel verschijnen."
Haar eerste grote televisietoernooi was de World Darts Trophy in 2002. In Utrecht won ze meteen de titel, waarmee ze een behoorlijke hype ontketende. Later zou blijken dat dit haar grootste succes zou zijn. De prestaties werden met het jaar minder.
In 2003 deed ze als jongste deelneemster ooit mee aan de Lakeside, het fameuze wereldkampioenschap bij de BDO. De Boer werd in de halve finales uitgeschakeld. In de jaren daarna ging haar carrière als een nachtkaars uit.
"Ik was ongelukkig", blikt ze vanaf haar bank terug. "Ik wilde wel de beste zijn, maar had nooit de ambitie om de vrouwelijke Phil Taylor te worden en elk toernooi tien keer te winnen. Ik heb nog wel wat gespeeld, maar dat ging zo slecht. Ik was zo intens verdrietig."
Bekijk in de YouTube-video hieronder de beelden van Mieke de Boer op het herkenbare Lakeside-podium in 2003. Ze verloor haar halve finale van Trina Gulliver, de regerend kampioene die haar titel met succes zou verdedigen.
De drang om te presteren verdween bij De Boer. Net als de passie voor haar sport. "Ik had sponsoren, ging naar toernooien in het buitenland en verdiende mijn geld ermee. Het werd echt werk."
Ook de demonstraties, waarbij darters voor veel geld worden ingehuurd door een bedrijf of groep, kwamen haar neus uit. "Veel darters vonden het fantastisch, ik niet", bekent ze.
"Onbekende mensen die wat van je verwachten en aan je gaan zitten, dat hoeft voor mij niet. Dan dacht ik: laat mij maar rustig in een hoekje zitten en mijn eigen ding doen."
"Kijk, aan de ene kant was het hartstikke leuk. Ik heb veel landen bezocht, vrienden gemaakt, dingen gedaan die anderen niet kunnen. Daar ben ik super trots op. Maar uiteindelijk maakte het mij niet gelukkig."
De Boer schakelde de hulp in van twee sportpsychologen en besloot uiteindelijk om in stilte te stoppen. Met dank aan de experts leerde ze waarom de dartswereld haar toen niet meer bracht wat ze ervan hoopte.
"Ik ben eigenlijk nooit echt een type voor de spotlights geweest. Ik ben wel aanwezig, hoor. Ik klets veel, vind het vaak gezellig. Maar ik sta het liefst gewoon ergens in de kroeg te darten met een drankje in mijn hand en met een leuke groep mensen om me heen."
Vijf beveiligers nodig
"Ik was destijds begin twintig. Heel Nederland was toen in de ban van het darts. Bij sommige toernooien moest ik met vijf beveiligers naar de baan, omdat er allemaal fans om me heen stonden. Dat vond ik best heftig."
"Zelf zocht ik in het begin nog wel de schijnwerpers op, hoor. Ik deed analysewerk voor tv en stond in een bepaald blad. Maar ik vond het ook ingewikkeld. Iedereen vindt dan wat van je. Nu ben ik veertig en denk ik: whatever. Maar als je jong bent, heb je daar moeite mee."
Ze vond het dartswereldje maar klein en was benieuwd wat de wereld nog meer te bieden had. Ze vertelt dat ze al jaren in de arbeidsbemiddeling werkt en tegenwoordig salesmanager is. Sinds een paar jaar is ze weer echt gelukkig.
Darten doet ze soms nog, in het team van haar broer in de Zaandamse competitie. "Gewoon voor de gezelligheid, hoor", licht De Boer toe. Een paar jaar terug kwam ze nog weleens gluren bij een groot nationaal toernooi, maar dat doet ze niet meer.
Daar voelde ze meteen weer de schijnwerpers op zich gericht. "Veel mensen tikken me dan aan en vertellen dat ze het doodzonde vinden dat ik zo vroeg ben gestopt. Het is lief bedoeld en ze hebben ook gelijk, maar ach", zucht De Boer.
"Ik denk dat ik qua talent nog heel wat jaren had door kunnen gaan. Dan had ik misschien een veel grotere erelijst gehad. Maar ik was klaar in het darts. Op het moment dat je niet meer gelukkig bent, moet je verder. En dat ging ik."
Kort na haar stoppen kon ze niet naar darts kijken. "Een soort van rouwperiode ofzo", noemt ze het. "Dan zag ik het WK en dacht ik: jeetje, heb ik hier rondgelopen? Bijvoorbeeld zo'n geschminkt iemand als Peter Wright, ik vind het verschrikkelijk. Zie er gewoon fatsoenlijk uit."
Bij RTL polsten ze haar eens om tijdens het WK te analyseren. "Maar toen heb ik gezegd dat ik er niets meer mee te maken wilde hebben. Ik dacht: laat mij lekker. Ik ben geen Bambi meer. Dat ben ik ook letterlijk niet meer. Al kan ik er nu inmiddels wel weer trots op zijn."