Geen sprake van coronadip; huizenprijzen opnieuw gestegen
Ondanks de coronacrisis blijven de Nederlandse huizenprijzen stijgen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waren koopwoningen in november van dit jaar bijna 9 procent duurder dan het jaar ervoor. Daarmee was de prijsstijging iets minder groot dan in oktober, toen de huizenprijzen het sterkst stegen in bijna twee jaar.
Doordat de hypotheekrente nog altijd erg laag is, bieden kopers flink tegen elkaar op en hebben met name starters grote moeite om een huis te bemachtigen.
Gemiddeld werden huizen voor 344.000 euro verkocht. Dat is een iets lager bedrag dan in oktober, toen de gemiddelde verkoopprijs net boven de 350.000 euro lag. Er werden vorige maand in totaal 18.449 huizen en appartementen verkocht, registreerde het Kadaster. Dat is bijna 1 procent meer dan een jaar eerder.
In de eerste elf maanden van dit jaar kregen 209.000 huizen een andere eigenaar. Dat komt neer op een toename van bijna 7 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2019.
Aanhoudende krapte op de woningmarkt
Op de woningmarkt is al langere tijd sprake van een grote krapte. Het aantal huizen dat te koop staat, is flink geslonken, terwijl er nog wel veel mensen willen verhuizen of een eerste huis willen kopen. Kenners zeggen al langer dat er eerder veel meer huizen bijgebouwd hadden moeten worden.
Tot nu toe is er van een coronadip op de woningmarkt geen sprake. Economen hadden verwacht dat mensen hun verhuiswens zouden uitstellen door de oplopende werkloosheid en een lager vertrouwen in de markt. ING-econoom Mirjam Bani zegt tegen persbureau ANP dat dit de komende vijf jaar een lichte prijsdaling tot gevolg zou kunnen hebben. Maar volgens makelaarsorganisatie NVM blijft die prijsdaling uit, en zullen de huizenprijzen de komende tijd alleen maar verder stijgen.