Net als na Europees succes van 1995 brokkelt Ajax af: 'Dan doet het gewoon pijn'
Wat als Davy Klaassen die enorme kans gewoon had benut? Wat als Daley Blind gewoon fit was geweest? Wat als Liverpool op Anfield gewoon van Atalanta Bergamo had gewonnen?
Tja, 'wat als' bestaat niet. Ajax is dit jaar gewoon niet goed genoeg om door te gaan in de Champions League. Het leek voor jongens als Nicolás Tagliafico, David Neres en André Onana de laatste kans om in het Ajax-shirt te schitteren op het hoogste Europese podium.
'The Class of 2019'
Frenkie de Jong gaat nog even met zijn handen door zijn haar, legt zijn laatste blonde lokken goed en laat dan zijn typerende lach zien voor de camera. "Deze duisternis aan het eind van het jaar. Het duister wanneer je beseft: dit is niet zomaar het einde van het jaar, het is het einde van een klas."
De media-afdeling van Ajax nam met een video over 'The Class of 2019' afscheid van het seizoen waarin Europa werd veroverd door een Nederlands team vol bravoure en lef. Hartverwarmend voetbal met net niet de Champions League-finale als beloning.
Matthijs de Ligt, Frenkie de Jong, Lasse Schöne, Hakim Ziyech, Donny van de Beek, Dusan Tadic, Daley Blind, Noussair Mazraoui, Neres, Tagliafico en Onana. Voor altijd worden zij herinnerd aan dat seizoen.
Inmiddels is Ajax twee jaar en twee uitschakelingen in de groepsfase verder. De eerste vijf namen van het rijtje spelers zijn vertrokken. En (in ieder geval) de laatste drie lijken Ajax komende zomer achter zich te laten.
In die twee jaar deed directeur Marc Overmars er alles aan om de leegloop van het succeselftal tegen te houden. Hij liet spelers maar mondjesmaat gaan en beloonde de 'achterblijvers' met opgewaardeerde contracten. Maar het echte einde van 'The Class of 2019' nadert.
Oude tijden herleven?
Het doet sterk denken aan de jaren negentig, toen Louis van Gaal bouwde aan zijn (bijna) onverslaanbare Ajax-team van 1994/1995. In dat seizoen wonnen de Amsterdammers de Champions League en de wereldbeker.
Maar het succes kende een keerzijde, want het elftal brokkelde steeds verder af. "Dat is inherent aan een goed Europees jaar", weet Ronald de Boer, destijds speler van het machtige elftal van Van Gaal. "Spelers zijn als loslopend wild. Iedereen wil je vangen."
Ik weet nog dat ik tegen Frank zei: 'Wat doen wij in godsnaam nog hier?'
Niet alleen het elftal brokkelde af, ook de prestaties. Het jaar na de winst verloor Ajax de finale van Juventus. In het seizoen 1996/1997 waren de Italianen al in de halve finales te sterk.
Na een vierde plaats in de eredivisie moest Ajax in het seizoen 1997/1998 genoegen nemen met UEFA Cup-voetbal. In de kwartfinales kegelde Spartak Moskou de Nederlanders eruit.
Het jaar daarop haalde Ajax wel de Champions League, maar dat werd een pijnlijke ervaring. In een op papier gunstige groep met Olympiakos Piraeus, Dinamo Zagreb en FC Porto eindigde Ajax als laatste.
Van de winnaars van 1995 was drie jaar later nog maar weinig over. Alleen de gebroeders De Boer, aanvoerder Danny Blind, middenvelder Jari Litmanen en doelman Edwin van der Sar speelden nog in het wit-rood-wit.
"Ondanks dat wij er als sterkhouders nog waren, merkte je dat we minder waren", vertelt De Boer nu. "Dat zie je bij het huidige Ajax ook. Je kunt leuk meedoen, biedt af en toe weerstand, maar om echt door te stoten heb je meer toppers nodig."
Terwijl jongens als Patrick Kluivert, Edgar Davids en Clarence Seedorf toen al bij Europese grootmachten speelden, bleef De Boer achter in Amsterdam. "Ik weet nog dat we een keer kansloos verloren bij NAC en ik tegen mijn broer Frank zei: 'Wat doen we in godsnaam nog hier?'"
Ajax-waardig
In die jaren kwamen namen als Elijah Louhenapessy, Martijn Reuser, Ivan Gabrich, Dave van den Bergh en Andrzej Rudy voorbij op de wedstrijdformulieren. Ajax werd minder. "Dan zie je dingen gebeuren waarvan je denkt: dit is niet wat wij voor ogen hebben hier."
Ook het niveau van de trainingen ging met de tijd achteruit, volgens De Boer. "Op een gegeven moment raak je gewoon gefrustreerd, omdat het positiespel niet meer Ajax-waardig is."
"Dat is eigenlijk niet eerlijk voor de nieuwe jongens. Zij waren prima spelers, daar gaat het niet om. Maar je vergelijkt het met 1995. Wij waren het zo gewend om met Ajax de top te zijn, dan doet het gewoon pijn."
De Boer vertelt dat het in zo'n situatie mentaal soms lastig is om jezelf op te peppen. "Uiteindelijk kwamen er weer goede jongens bij. Mannen als Shota Arveladze en Michael Laudrup."
In het seizoen 1997/1998 werd Ajax fluitend kampioen, met een doelsaldo van 112 voor en 22 tegen.
Geen paniek
Volgens de voormalig jeugdtrainer van Ajax hoeft de recordkampioen anno 2020 niet in paniek te raken na de uitschakeling in de Champions League. Ook al blijft er steeds minder over van het elftal van 2018/2019, dat de nationale dubbel pakte.
"Er komt met jongens als Brian Brobbey, Kenneth Taylor, Devyne Rensch en de broers Timber weer goede jeugd aan", weet De Boer, die zijn oud-ploegmakker Overmars ook nog van een gratis tip voorziet.
"Als je dan nog een goede aankoop kunt doen à la Dusan Tadic, Daley Blind of Davy Klaassen, dan staat er toch wel weer een goede ploeg. Het is nu even klote, maar Ajax moet de schouders eronder zetten en strijdbaar zijn."