Bij een nieuwe containerramp in de Waddenzee springen vrijwilligers direct bij
Rijkswaterstaat praat met vrijwilligersorganisaties zoals het Wadloopcentrum Pieterburen over nauwere en snellere samenwerking bij rampen, zoals met de MSC Zoe. Van de week was er een eerste online overleg hoe een gezamenlijke aanpak bij een volgend incident vorm kan krijgen.
Een van de groepen die bij het overleg betrokken is, bestaat uit vijftig wadloopgidsen. Zij kennen het gebied op hun duimpje, zegt Henk Postma bij Omrop Fryslan.
"Mensen met terreinkennis, die bekend zijn met het Waddengebied, die kennis van de natuur hebben en ook de uitrusting hebben", aldus Postma. Hij is zelf wadloopgids, fotograaf en verzorgt regelmatig rondleidingen voor de Waddenvereniging. "Ze hebben topografische kennis, de juiste kleding en weten wat ze op het Wad kunnen verwachten. Ze weten waar je kunt komen en waar niet."
Hectische dagen
Begin vorig jaar sloegen bij zwaar weer 342 containers overboord van het containerschip MSC Zoe, net ten noordoosten van Schiermonnikoog. Een deel daarvan barstte open. Rijkswaterstaat startte direct een grote opruimactie, zowel op zee als op de stranden van de eilanden en Groningen en Friesland.
Tegelijkertijd kwamen veel vrijwilligers op eigen gelegenheid in actie. Postma: "Dat waren natuurlijk hectische dagen. Ik zag de rommel op de zeedijk en in de kwelders liggen. Maar we zagen dat honderden vrijwilligers, burgers en toeristen al bezig waren om met man en macht op te ruimen. Want het was kerstvakantie."
Niet goed voorbereid
Ondanks alle goede bedoelingen ging het soms mis. Zo werd een actie van vrijwilligers om aangespoelde troep van zandplaat It Rif te halen al na een half uur afgebroken. "Mensen waren niet goed voorbereid op het koude weer, of op het feit dat ze ook voor een deel door het water moesten", herinnert Postma zich.
In het gesprek heeft Rijkswaterstaat aangedrongen op de inzet van "professionele vrijwilligers" . In de woorden van Postma: "Er moet een trainingsprogramma komen, maar niet voor allemaal, want we hebben nu 2000 vrijwilligers. Dat zou te veel zijn. Daarom zeggen we: zet er een selecte groep op die je traint."
Hij benadrukt dat in het buitenland soms al nauw wordt samengewerkt tussen overheid en vrijwilligersorganisaties, bijvoorbeeld bij olierampen. Daar kan Rijkswaterstaat een voorbeeld aan nemen. "Zo hoeven we niet opnieuw het wiel uit te vinden bij een noodsituatie."
Rijkswaterstaat bevestigt dat er overleg is geweest met de vrijwilligersorganisaties, maar wil de samenwerking pas toelichten als de eerste handtekeningen zijn gezet. Wanneer dat gebeurt, is nog onduidelijk.