Roemer: maak arbeidsmigranten minder afhankelijk van hun werkgever
Maak arbeidsmigranten minder afhankelijk van uitzendbureaus, bepleit oud-SP-leider Emile Roemer in een rapport over de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten. Roemer en zijn Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten komen met vijftig aanbevelingen in het vandaag gepresenteerde rapport Geen Tweederangsburgers.
"Er zijn al jaren forse misstanden rondom arbeidsmigranten. Er wordt ook al jaren over gesproken maar er is weinig veranderd", zegt Roemer. Hij vindt dat uitzendbureaus voortaan een certificaat moeten aanvragen en de eigenaren in het bezit moeten zijn van een Verklaring Omtrent Gedrag. Ook adviseert Roemer dat er meer arbeidsinspecteurs aangenomen moeten worden die de uitzendbureaus gaan controleren.
Een half jaar geleden stelde het kabinet deze speciale commissie aan, onder leiding van Roemer. Hem werd gevraagd met aanbevelingen te komen om de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren, zodat het hoge aantal coronabesmettingen in die groep kan worden teruggebracht.
Hoewel het allemaal begon met de corona-uitbraak, kwam het virus niet meer ter sprake tijdens de presentatie van het rapport. Er is door het Aanjaagteam in brede zin gekeken naar de situatie van arbeidsmigranten.
Apart huurcontract
Roemer benadrukt dat er ook uitzendbureaus zijn die het wél goed doen, maar op dit moment zijn arbeidsmigranten te afhankelijk van de bureaus. Die regelen niet alleen het werk, maar ook hun huisvesting en zorgverzekering. "Arbeidsmigranten zijn hierdoor in Nederland erg kwetsbaar."
Het Aanjaagteam wil bijvoorbeeld dat de arbeidsmigranten een apart huurcontract krijgen. "Vandaag je werk kwijt mag nooit betekenen dat je vanavond je woning kwijt bent", zegt Roemer. Een arbeidsmigrant zou daarom volgens hem een maand opzegtermijn moeten krijgen.
'Te veel naar de uitzendbranche gewezen'
De NBBU, die de belangen van de uitzendbureaus behartigt, is kritisch over het rapport. "Met de aanbevelingen pakt het Aanjaagteam de hele uitzendsector aan en wordt het werken met arbeidsmigranten ontmoedigd", zegt directeur Marco Bastian.
Een andere brancheorganisatie, ABU, is minder kritisch maar de organisatie vindt wel dat er te veel op het conto van de uitzendbureaus wordt geschoven. Volgens de ABU werkt 60 procent van de arbeidsmigranten via een uitzendbureau. Zo'n 40 procent wordt door bedrijven zelf uit het buitenland gehaald. En die groep blijft volgens de brancheorganisatie buiten schot.
Scheiding van bed en baan
FNV is tevreden met het rapport maar de vakbond heeft ook kritiek. Op meerdere punten zijn de ABU en FNV het zelfs eens. Zo vinden beide partijen dat Roemer te weinig ambitie toont. Vooral op het gebied van huisvesting zou er nog veel meer moeten veranderen, zoals een echte scheiding van bed en baan. Onder het voorstel van Roemer blijven uitzendbureaus nog altijd de verhuurder.
Uitzendbureaus zeggen dat er niemand naar Nederland komt als er naast werk geen huisvesting wordt aangeboden. De FNV zegt juist dat de uitzendbureaus aan de huisvesting verdienen. "Zolang er door structurele flexmodellen en fiscale trukendozen extra kan worden verdiend over de rug van arbeidsmigranten, blijft de oorzaak van deze wantoestanden in stand", zegt FNV-bestuurder Tuur Elzinga.
Ook gemeenten aan de slag
De uitzendbureaus spreken de aantijging tegen. "Gemeenten trekken maar wat graag nieuwe bedrijven aan. Maar te veel gemeenten kijken weg als het gaat om huisvesting van de mensen die daar gaan werken" zegt ABU-directeur Jurriën Koops. De brancheorganisatie is dan ook blij dat Roemer aanbeveelt dat gemeenten voortaan ook moeten nadenken over huisvesting als zij een bedrijf verwelkomen.
De blikken zijn nu gericht op minister Koolmees van Sociale Zaken. Het is nu aan het kabinet om te kijken welke aanbevelingen zullen worden opgevolgd. Roemer benadrukte wel dat 'de tijd van praten nu echt voorbij is'.