Vanaf november coronasneltesten in Nederland, verwacht minister De Jonge
Vanaf november kunnen sneltesten worden ingezet om coronabesmettingen op te sporen, verwacht minister De Jonge van Volksgezondheid. Hij is hierover in gesprek met GGD's en andere partijen, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.
Door de GGD's wordt nu gebruikgemaakt van PCR-testen, "de gouden standaard", aldus de minister. Die testen zijn volgens hem betrouwbaar, maar het duurt een tijd voordat de uitslag bekend is.
De Jonge schrijft dat het RIVM onderzoek doet naar vijf bestaande antigeentesten (sneltesten) en dat hij optimistisch is over het potentieel. "Als de resultaten van deze validatie positief zijn, kunnen deze testen een goede aanvulling vormen op het testbeleid door 'getrapt' testen in te voeren in bepaalde situaties (eerst een antigeentest en als die positief is alsnog een PCR-test)."
Maatschappelijke winst
Met sneltesten kunnen niet alleen meer mensen worden getest, maar kunnen mensen vooral ook vaker worden getest, schrijft De Jonge. "Dit kan veel maatschappelijke winst opleveren."
Er is op dit moment een tekort aan testcapaciteit in laboratoria om de PCR-tests te verwerken. De Jonge zegt dat het een tijdelijk probleem is en dat binnen een aantal weken de testcapaciteit op orde zal zijn.
Hij heeft met een aantal buitenlandse laboratoria overeenkomsten gesloten. "Ik verwacht dat hiermee vanaf begin oktober iedereen met milde klachten weer snel getest kan worden, maar dit is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de vraag", schrijft hij aan de Kamer.
Snotneus
In afwachting hiervan krijgt zorg- en onderwijspersoneel vanaf maandag voorrang bij het testen. Om de druk op de testcapaciteit te verlagen heeft het kabinet besloten ook dat kinderen onder de 13 jaar zich niet meer hoeven te laten testen als zij klachten zoals een snotneus hebben.
Die Tweede Kamer is kritisch over het gebrek aan testcapaciteit. Dinsdag debatteert de Kamer over de ontwikkelingen rond het coronavirus.