Verrassende sprinttitel Visser, Van Gool sterk, Boekelman afgetroefd
Bij de NK atletiek in Utrecht zijn de Nederlandse titels op de 100 meter terechtgekomen bij Joris van Gool en Nadine Visser. De laatste, normaliter snel op de 100 meter horden, profiteerde optimaal van de absentie van Nederlands recordhoudster Dafne Schippers en het jonge talent N'ketia Seedo, vorig jaar nog derde achter Schippers en Jamile Samuel.
Samuel stond wel aan de start op atletiekbaan Maarschalkerweerd, maar bleef op het kortste sprintnummer buiten de prijzen. Naast hordenspecialist Visser, die 11,25 noteerde, waren ook Marije van Hunenstijn (11,32) en Naomi Sedney (11,33) sneller dan de Amsterdamse die niet verder kwam dan 11,47.
Visser, in de halve finales ook al de snelste van allemaal, toonde met de verrassende zege haar grote vorm. De aanvoerster van de wereldranglijst op de 100 meter horden (met 12,68) gaf haar gouden race extra glans met een fraai persoonlijk record, dat sinds juli 2019 op 11,34 stond.
"Ik draai heel lekker en voelde ook wel dat het met de snelheid wel goed zit, maar ik had niet gerekend op deze mooie tijd. Ik ben gewoon in topvorm", reageerde de kampioene na afloop.
Van Gool veruit de snelste
Bij de mannen was Van Gool veruit de snelste. De 22-jarige Tilburger, begin vorig jaar goed voor EK-brons op de 60 meter indoor, noteerde een knappe 10,17, slechts 0,01 boven zijn persoonlijk record.
Daar konden Keitharo Oosterwolde (10,49) en Netanel Dorothea (10,51) niet aan tippen. De 33-jarige Solomon Bockarie kwam met 10,53 net tekort voor een medaille.
Van Gool finishte vorig jaar als vierde achter Hensley Paulina, Chris Garia en Churandy Martina, maar zij ontbraken op het appel.
Kampioen Paulina had zich afgemeld voor de titelstrijd, Garia liet na zijn winst in de halve finales de eindstrijd aan zich voorbijgaan en Martina beperkt zich dit seizoen tot de 200 meter. Die staat voor zondag op het programma.
Van Gool zag aanvankelijk de klok op 9,99 stilstaan, maar hij realiseerde zich al snel dat dat niet kon kloppen. "Dat voel je als sprinter." Zijn tevredenheid was er echter niet minder om. "Ik sta bekend als specialist op de 60 meter, maar ik kan steeds beter die snelheid op de laatste 40 meter nog vasthouden. Ik ben inmiddels niet meer bang dat de anderen mij in de laatste meters nog voorbijlopen."
Foppen mikt op dubbel
Ook Mike Foppen maakte zijn favorietenrol waar. De 23-jarige Nijmegenaar evenaarde eerder deze maand in Monaco het Nederlands record op de 5.000 meter (13.13,06) en was in Utrecht duidelijk een maatje te groot voor de concurrentie. Hij liep in een uitstekende 13.36,37 naar het goud.
Frank Futselaar moest drie seconden toegeven op zijn trainingsmaat (13.39,39), terwijl Stan Niesten het brons voor zich opeiste (13.45,36).
Foppen had vier uur eerder de series van de 1.500 meter afgewerkt. Met succes: hij plaatste zich voor de finale van zondag. Ook op die afstand hoopt Foppen de titel naar zich toe te trekken.
"We hebben door de coronacrisis heel lang niks kunnen doen. Ik ben zo blij dat we weer kunnen racen. Ik ben fit, in vorm en voel me goed. Dus waarom zou ik de dubbel niet proberen?"
Geen twaalfde op rij voor Boekelman
De eerste atletiekdag in Utrecht werd afgesloten met het kogelstoten voor de vrouwen en bij dat onderdeel was voor het eerst sinds 2009 het goud niet weggelegd voor Melissa Boekelman.
De 31-jarige Brabantse, die met haar zege van 2006 erbij opgeteld op twaalf titels staat op dit nummer, moest haar meerdere erkennen in Jessica Schilder.
De tien jaar jongere Schilder stootte de kogel naar een persoonlijk record van 18,27 meter. Boekelman bleef steken op 17,50 meter en weet dat aan het feit dat ze pas drie weken serieus in training is.
