Zwitserse justitie opent strafrechtelijk onderzoek naar FIFA-baas Infantino
De Zwitserse justitie is een strafrechtelijk onderzoek begonnen naar Gianni Infantino, de baas van wereldvoetbalbond FIFA.
Aanleiding is een reeks geheime ontmoetingen die Infantino zou hebben gehad met een hoge functionaris van het Openbaar Ministerie, Michael Lauber. De Zwitserse justitie deed op dat moment onderzoek naar corruptie binnen de FIFA.
Het onderzoek naar zowel Infantino als Lauber richt zich onder meer op ambtsmisbruik en schending van het ambtsgeheim.
Infantino en Lauber ontkennen
Procureur-generaal Lauber ontkent dat hij iets verkeerd heeft gedaan, maar stapte vorige week toch op nadat een rechtbank had geconcludeerd dat hij de ontmoetingen heeft geprobeerd te verhullen en erover heeft gelogen tegen zijn leidinggevenden.
De FIFA verklaarde begin juni al dat er volgens de wereldvoetbalbond niets mis was met de gesprekken tussen Infantino en Lauber. "Zulke ontmoetingen komen vaker voor en zijn geen misdrijf. Het was de bedoeling van Gianni Infantino om de Zwitserse autoriteiten ondersteuning bij het onderzoek aan te bieden", zei de FIFA.
Hotel in Bern
De Zwitserse justitie stelde vorige maand een speciale aanklager aan, Stefan Keller, om de handelswijze van Infantino en Lauber te onderzoeken. Daarbij gaat het vooral om een ontmoeting die beide mannen in juni 2017 hadden in een hotel in Bern, waarbij niet werd genotuleerd.
Infantino en Lauber verklaarden later zich niet te kunnen herinneren wat er toen besproken is, omdat het hun derde ontmoeting in vijftien maanden tijd was.
Corruptie
Lauber leidde het Zwitsers-Amerikaanse onderzoek dat in 2015, vlak voor het verkiezingscongres bij de FIFA, resulteerde in de arrestaties van diverse kopstukken bij de wereldvoetbalbond. De toenmalige FIFA-voorzitter Sepp Blatter besloot enkele dagen na zijn herverkiezing op te stappen. De Zwitser werd opgevolgd door zijn landgenoot Infantino.
Lauber sloeg een slecht figuur in het onderzoek naar omkoping bij de toewijzing van het WK voetbal van 2006 aan Duitsland. Dat onderzoek nam zoveel tijd in beslag, dat er geen ruimte meer was voor een aanklacht omdat de zaak verjaard was.