Groep IS-vrouwen vlucht uit Koerdisch gevangenkamp naar Idlib
Een groep van Nederlandse IS-vrouwen die vastzat in een Koerdisch gevangenkamp is naar de Noord-Syrische stad Idlib gevlucht. Dat schrijft De Telegraaf. Advocaat André Seebregts bevestigt de vlucht van de zogenoemde 'jihadbruiden' aan de NOS.
Volgens Seebregts zijn de vrouwen gevlucht vanwege een combinatie van factoren. "Ze zijn wanhopig vanwege de slechte humanitaire situatie. Er is angst over het lot van hun kinderen, zo sluiten de Koerden de oudere jongens op. En er is veel onzekerheid over hun toekomst."
De vrouwen zitten nu in een gemeenschappelijke woning in de Syrische provincie Idlib. Volgens de krant gaat het om een groep van vijftien vrouwen van (overleden) IS-strijders. Er zijn ook kinderen bij. Bij de uittocht zijn mogelijk mensensmokkelaars betrokken geweest. Over de identiteit van de vrouwen wil de advocaat niets kwijt.
Slechte levensomstandigheden
Over de 'jihadbruiden' is in Nederland veel discussie. Tientallen vrouwen reisden sinds 2014 af naar het kalifaat in Syrië en Irak. Een aantal van hen keerde via Turkije terug naar Nederland, maar veel anderen belandden in twee Koerdische gevangenkampen in Noord-Syrië. De meeste vrouwen zitten vast in kamp al-Hol.
De levensomstandigheden in die kampen zijn slecht. Zo zijn er tekorten aan voedsel en medicijnen. Nederland wil de Syriëgangers niet actief terughalen, maar wil terugkeerders wel vervolgen. Gisteren maakte minister Grapperhaus bekend te onderzoeken of een IS-vrouw, Ilham B., toch kan worden teruggehaald voor vervolging. B. maakt geen deel uit van de vrouwen die zijn gevlucht naar Idlib.
Kinderen
Ook is er veel te doen om de kinderen van IS-strijders, van wie sommigen zijn geboren in voormalig IS-gebied. Met name over oudere kinderen bestaat de vrees dat zij hebben meegevochten met de terreurgroep.
De Hoge Raad moet nog uitspraak doen in een zaak over het terughalen van 23 IS-vrouwen en hun 56 kinderen. Eind vorig jaar bepaalde een rechtbank dat de Nederlandse staat zich moet inspannen om hen te repatriëren, maar ministers Grapperhaus en Blok gingen hiertegen in beroep. Een gerechtshof draaide de uitspraak later terug, waarop de zaak bij de Hoge Raad terechtkwam.