Discussie over standbeelden: 'Ze zijn neergezet met een ideologisch doel'
Maartje Geels
redacteur Online
Maartje Geels
redacteur Online
Het standbeeld van Christopher Columbus in de Amerikaanse stad Saint Paul staat niet meer op zijn plek. Het is woensdag door activisten omvergehaald; een nieuwe stap in een beweging die zich in het verlengde van Black Lives Matter richt tegen historische figuren die ooit helden waren, maar nu worden verguisd als slavenhouders en onderdrukkers. Saint Paul is de tweelingstad van Minneapolis, waar twee weken geleden George Floyd overleed nadat hij door vier agenten was aangehouden.
Columbus, de Genuees die eind vijftiende eeuw uit naam van de Spaanse koningin Isabella een zeeroute naar India probeerde te vinden, kwam onbedoeld op het Amerikaanse continent terecht. Er is steeds vaker aandacht voor zijn rol binnen het kolonialisme en uitbuiting in de toenmalige Europese koloniën.
Het neerhalen van beelden begon zondag met een Black Lives Matter-protest in het Engelse Bristol, waar het standbeeld van de slavenhandelaar Edward Colston werd omgetrokken en in de haven gegooid. En het broeit op meer plekken; burgemeester Khan van Londen wil een aantal beelden in zijn stad onder de loep nemen en mogelijk laten verwijderen.
In Oost-Londen klonk dinsdag al gejuich toen een groen uitgeslagen standbeeld van zijn sokkel werd getakeld. Het beeld was van Robert Milligan, een zakenman die in Jamaica honderden slaven te werk had gesteld. Er werd geapplaudisseerd, een van de aanwezigen sprak van een "symbolische overwinning".
Ook in België zijn rond de anti-racismeprotesten van deze week standbeelden het mikpunt geworden. Meerdere beelden van oud-koning Leopold II zijn vernield of beklad. In Ekeren bij Antwerpen werd dinsdag een beeld weggehaald. Het roept de vraag op waarom standbeelden die vaak al decennialang op hun plek staan, nu aangevallen worden.
Zelfoverschatting van witte mensen
Volgens historicus Karwan Fatah-Black van de Universiteit Leiden gaat het niet zozeer om de beelden zelf, maar om wat ze vertegenwoordigen. "De protesten gaan over racisme en dat heeft twee kanten", zegt hij. "Racisme is niet alleen onaardig doen tegen zwarte mensen. Het gaat ook over de zelfoverschatting van witte mensen, en het idee dat zij de dragers zijn van de beschaving. De beelden drukken dat gedachtegoed uit."
Het belaagde beeld in Bristol was van Edward Colston. Onder zijn bewind werden 100.000 mannen, vrouwen en kinderen van Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika gedeporteerd. Het geld dat hij daarmee verdiende gebruikte Colston in het Verenigd Koninkrijk voor liefdadigheid. Leopold II is omstreden vanwege zijn rol in de toenmalige Belgische kolonie Congo-Vrijstaat, waar hij een schrikbewind voerde en Congolezen slachtoffer werden van mishandeling, verkrachting en onthoofding.
Afgelopen weekend werden bij Black Lives Matter-protesten in Amerika meerdere beelden het doelwit: zo werd in Richmond in Virginia een beeld van een zuidelijke generaal uit de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) van zijn sokkel getrokken. De zuidelijke staten streden destijds fel voor behoud van slavernij.
Grieken en Romeinen
Historicus Piet Emmer publiceerde in 2018 een boek over slavernij en kolonisatie. Emmer pleit er juist voor om de beelden vooral te laten staan: "De overblijfselen uit het verleden kennen altijd twee kanten. Daar moeten we maar aan wennen. Waarom kiezen we alleen standbeelden met een slavernijverleden en vernietigen we niet de overblijfselen van de Grieken en Romeinen, terwijl zij ook hele volken tot slaaf hebben gemaakt?"
In Nederland zijn tot dusver nog geen beelden verwijderd, maar de Amsterdamse J.P. Coenschool veranderde twee jaar geleden wel van naam. Die heet nu Indische Buurtschool. Jammer, vindt Emmer. "Nu discussiëren we niet langer over deze landvoogd. Waarom niet de naam behouden en de leerlingen van groep 3 uitleggen wie Coen was? Kortom: wis het verleden niet uit, maar leg het uit."
Extra plaquette
Dat de beelden er al een tijd staan, wil niet zeggen dat ze niet beladen zijn, zegt historicus Jan Rock, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. De standbeelden in Europa, maar ook in de VS, zijn neergezet met een ideologisch doel, stelt hij.
Rock: "Veel van de standbeelden waar nu protest tegen is, zijn in de negentiende eeuw neergezet. Lang nadat de personen zelf leefden dus. Het doel van zo'n beeld was verering van 'helden', vaak mannen, die iets hadden gedaan voor het land. Zo'n standbeeld moest mensen het gevoel geven dat ze trots konden zijn op hun natie."
Ook Nederland heeft beelden van historische figuren, van wie een deel omstreden is. Zo plaatste de gemeente Hoorn in 2012 na een burgerinitiatief een plaquette bij een beeld van VOC-voorman Jan Pieterszoon Coen. In die tekst wordt onder meer gewezen op Coens "zeer gewelddadige optreden".
De beelden zijn een soort heiligenverering. Een standbeeld laat zien: wat vinden de mensen met macht belangrijk?
Ook is destijds door particulieren en actiegroepen aangedrongen op een naamwijziging van de Coentunnel bij Amsterdam, maar die kwam er niet. In de hoofdstad staan verder beelden van Peter Stuyvesant, die in verband wordt gebracht met slavenhandel, en van generaal Jo van Heutsz, die een belangrijke rol speelde in de Atjeh-oorlog in Nederlands-Indië.
Rock: "Zulke beelden hinten voortdurend naar ons verleden, waardoor de verering van de helden uit het verleden normaal wordt." Maar daar schuilt volgens de onderzoeker ook een gevaar in. "Niet iedereen beschouwt die verheerlijking als onderdeel van zíjn geschiedenis. Actievoerders laten dat nu op een duidelijke manier horen."
Zo wezen actievoerders in Bristol erop dat een historische figuur als Colston niet verheerlijkt zou mogen worden. Mensen die voor behoud van de beelden zijn vinden het omverwerpen of bekladden ervan te extreem, zegt Rock. "Zij vinden de standbeelden normaal, omdat ze er al zo lang zijn." Het beeld van Colston is overigens uit de haven opgevist en er zijn plannen om het in een museum te plaatsen.
Het omverhalen van beelden is volgens Fatah-Black iets van alle tijden. Omdat ze met een politieke boodschap worden neergezet, is er vaker strijd over standbeelden, zegt hij. "De beelden zijn een soort heiligenverering. Een standbeeld laat zien: wat vinden de mensen met macht belangrijk? Daar is nu verzet tegen."