Britten willen minder en lagere importheffingen na brexit
Het Verenigd Koninkrijk wil na de brexit zo min mogelijk en lagere importheffingen. Veel van de huidige tarieven, die door Brussel zijn bepaald, komen met het vertrek van de Britten uit de EU te vervallen, en de Britten willen liefst ook geen nieuwe.
De heffingen die er nu zijn voor onder meer lams-, kippen- en rundvlees blijven staan. Ook voor auto's wordt de importheffing van 10 procent gehandhaafd, hetzelfde tarief als de EU hanteert.
Maar het Britse ministerie voor Handel wil dat 60 procent van de handel vrij van importtarieven is. Dat geldt dan voor tientallen miljarden euro's en dollars aan goederen, van kerstbomen tot vaatwassers. Nu geldt de vrije import nog voor minder dan de helft van alle handelswaar.
Het Verenigd Koninkrijk wil zelf vrijhandelsafspraken maken met landen. Een belangrijk motief voor de brexit is wat in Londen werd gezien als het uitbesteden van de handelspolitiek aan Brussel.
Het Britse importtarief is simpeler en lager dan het Europese, voor landen met wie geen handelsakkoord is afgesloten nog geen 2 procent. Dat moet dus breder worden toegepast wat Londen betreft. "Het is in het voordeel van Britse consumenten en huishoudens en maakt duizenden alledaagse producten goedkoper", aldus minister Liz Truss van Buitenlandse Handel.
Soeverein land
De brexit moet eind dit jaar een feit zijn, met of zonder handelsafspraken met de EU. Zonder deal zal in Groot-Brittannië de prijs van sommige voedingswaren en chemische producten die uit de EU moeten worden ingevoerd sterk stijgen, zo is de verwachting.
In de onderhandelingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk zit weinig schot. Minister van Kabinetszaken Michael Gove legt de verantwoordelijkheid bij Europa, dat zich volgens hem te weinig realiseert dat er wordt onderhandeld met een land dat over zichzelf gaat. "Succes hangt af van de erkenning door de EU dat het Verenigd Koninkrijk een soeverein land is."
Aantrekkelijke partner
De Britse regering wil met deze tarievenlijst laten zien dat ze zich ondanks de coronacrisis blijft voorbereiden op het geval er met de EU voor het eind van het jaar geen handelsakkoord wordt gesloten.
En zonder zo'n akkoord kunnen ze er wel alles aan doen om een zo aantrekkelijk mogelijke handelspartner te worden voor landen buiten de EU. Londen wil dolgraag handelsverdragen sluiten met landen als Zuid-Korea of de Verenigde Staten. Als de ze zich niet langer aan EU-regels hoeven te houden zal dat hun internationale concurrentiepositie alleen maar versterken, denken brexitgezinde ministers.
Economische malaise
Tot nu toe toont Downing Street zich ook niet onder de indruk van de vele stemmen die erop aandringen om de deadline van de onderhandelingen met de EU te verplaatsen. 31 december blijft 31 december, ondanks het coronavirus.
Daarmee hoopt de Britse regering dat de Europese Unie zich realiseert dat het menens is en dat Brussel meer bereidheid toont om toe te geven aan verschillende Britse eisen; ook zij zitten immers niet op zo'n no-deal te wachten. Al wijst er weinig op dat de EU-onderhandelaars willen bewegen.
Het gevreesde no-dealscenario heeft verreweg de grootste economische gevolgen. Zonder afspraken zullen er per direct grenscontroles komen op alles wat de Britten de EU in- en uitvoeren.
En gezien de toch al zware recessie die dreigt, zal dat tot nog meer economische malaise leiden. Vooral in Groot-Brittannië, maar zeker ook in verschillende EU-landen die veel met Groot-Brittannië handeldrijven, zoals Nederland.