Bmr-vaccinatie geeft mogelijk milder verloop van covid-19-infectie
Mensen uit leeftijdsgroepen die een verhoogde kans hebben op ernstig verloop van een covid-19-infectie zouden een vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond aangeboden moeten krijgen. Daarvoor pleiten Britse onderzoekers in een nieuwe studie. Ze denken dat het wel eens zou kunnen leiden tot een milder verloop van de infectie.
De wetenschappers van de universiteit van Cambridge en het academisch ziekenhuis in Luton bij Londen hebben geprobeerd een verklaring te vinden voor het feit dat vooral ouderen getroffen worden door covid-19, de ziekte die het gevolg is van een besmetting met het coronavirus. Jongere leeftijdsgroepen hebben minder te duchten van het virus.
Om dat verschil te verklaren hebben de onderzoekers gekeken of de bmr-vaccinatie, die pas een jaar of veertig bestaat en sindsdien wereldwijd stapsgewijs is ingevoerd, van invloed is op het verloop van corona-infecties. De oudere leeftijdsgroepen hebben die vaccinaties niet gehad, de jongere in overgrote meerderheid wel. Een aanzienlijk deel van de ouderen heeft wel bof, mazelen en rode hond gehad.
De Britse studie is nog niet door vakgenoten beoordeeld maar in aanloop daarnaartoe wel al gepubliceerd.
Vaccinatiegraad
De onderzoekers hebben de vaccinatie-data en de data over covid-19-infecties uit Spanje, Italië en Duitsland bestudeerd. Die drie landen hebben binnen Europa het hoogste aantal bevestigde corona-infecties gemeld.
Duitsland biedt de bmr-vaccinatie aan sinds 1976, Spanje sinds 1981 en Italië begon er begin jaren 90 mee. De kinderen die destijds als eersten een bmr-vaccinatie kregen, zijn in Duitsland tussen de 40 en 49 jaar, in Spanje tussen de 30 en 39 jaar en in Italië tussen de 20 en 29 jaar. Jongere leeftijdscategorieën dan de genoemde hebben de bmr-prik aangeboden gekregen, oudere niet.
In Nederland is in 1976 voor het eerst een vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma opgenomen tegen de mazelen, de huidige bmr-prik wordt aangeboden sinds 1987. De bmr-vaccinatiegraad ligt volgens de laatste cijfers over 2018 in Nederland op 92,9 procent.
De bmr-vaccinatiegraad ligt in Duitsland en Spanje nu boven de door de WHO aanbevolen 95 procent, maar in Italië is die veel lager: 89 procent. Ten tijde van de introductie van de bmr-vaccinatie lagen die percentages tientallen procentpunten lager.
Overeenkomsten tussen virussen
De wetenschappers vonden overeenkomsten in het genetisch materiaal van SARS-CoV-2 (het huidige coronavirus) aan de ene kant en de mazelen- en bofvirussen aan de andere kant. De fusie-eiwitten van de drie virussen zijn te herleiden op hetzelfde voorouderlijke genetische materiaal. Die fusie-eiwitten zorgen ervoor dat de virusdeeltjes kunnen binnendringen in de lichaamscellen van iemand die besmet raakt.
De verwantschap tussen de fusie-eiwitten van SARS-CoV-2 en mazelen en bof is niet de enige aanwijzing die Britse onderzoekers vonden dat de bmr-vaccinatie het verloop van een covid-infectie wel eens gunstig zou kunnen beïnvloeden. Ze constateerden ook een gedeeltelijke overeenkomst tussen de volgorde van de aminozuren van het coronavirus en het virus dat rode hond veroorzaakt.
Aminozuren zijn de onderdelen waaruit eiwitten zijn opgebouwd. Die aminozuren van het rodehondvirus zitten ook in het verzwakte rodehondvirus dat in het bmr-vaccin zit.
Op grond van hun bevindingen doen de Britse onderzoekers de aanname dat het bmr-vaccin bescherming biedt tegen een slechte afloop van een covid-19-infectie. Maar de bmr-vaccinatie voorkomt geen infecties door het coronavirus. De onderzoekers weten ook niet of een covid-19-infectie milder verloopt bij mensen die rode hond, mazelen en de bof hebben gehad.
Er is vervolgonderzoek nodig op basis van de gegevens van individuele patiënten en hun vaccinatiegeschiedenis om de hypothese van de Britse wetenschappers te bewijzen.