CBS: coronasterfte in verpleeghuizen loopt verder terug
Vorige week overleden in Nederlandse verpleeg- en verzorgingshuizen 60 procent meer mensen dan normaal. De oversterfte in verpleeg- en verzorgingshuizen is daarmee verder gedaald, concluderen het Centraal Bureau voor de Statistiek en het RIVM op basis van de voorlopige sterftecijfers tot en met eind april.
In Zuid-Limburg stierven bijna drie keer meer ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen dan normaal. De regio wordt op de voet gevolgd door Rotterdam-Rijnmond en IJsselland, Brabant-Zuidoost staat op de vierde plek.
Opvallend is dat in de regio's Hollands-Midden en Rotterdam-Rijnmond, in het westen van het land, sprake is van een stijging. Ook in Gelderland-Midden is een lichte stijging te zien.
Ook buiten de verpleeg- en verzorgingshuizen overleden meer mensen dan gemiddeld in de eerste weken van dit jaar. Overleden er in de eerste week van april meer dan 1200 mensen meer dan gebruikelijk, vorige week daalde dat aantal tot minder dan 200 overledenen meer dan normaal.
Op het voorlopig dieptepunt van de coronacrisis, in de week van 30 maart tot 5 april, overleden er ruim 60 procent meer Nederlanders dan normaal. Inmiddels is de oversterfte gedaald tot iets minder dan 30 procent.
Richting normaal
De afname van sterfte is terug te zien in alle leeftijdscategorieën, zowel in verzorgings- en verpleeghuizen als daarbuiten. In de tweede week van april overleden er zo'n 2,5 keer meer 65- tot 80-jarigen en ruim twee keer zoveel 80-plussers in verzorgingshuizen. Daarna zette een daling in.
Ook de oversterfte onder ouderen die niet in verpleeg- en verzorgingshuizen wonen is gedaald. En in de leeftijdsgroep tot 65 jaar is er bijna geen sprake meer van oversterfte: het aantal overledenen komt nagenoeg overeen met het gemiddeld aantal sterfgevallen in de eerste tien weken van het jaar.