Meeste leraren blij met heropening scholen, sommigen bezorgd

De meeste basisschoolleraren zijn blij dat ze vanaf 11 mei weer voor de klas kunnen staan, al is het voorlopig nog een halve klas. Maar terwijl sommige scholen al enthousiast extra lokalen inrichten en met stoeltjes en schooltafels schuiven, zijn er ook leraren die zich zorgen maken.

De Algemene Onderwijsbond (AOb) heeft na de persconferentie van gisteravond veel reacties van leraren gekregen, vertelt voorzitter Eugenie Stolk. "De meesten zijn positief, maar er zijn ook onderwijzers die het wel spannend vinden. Bijvoorbeeld vrouwen die zwanger zijn. Er zijn ook mensen die mantelzorger zijn of die een partner hebben met een zwakke gezondheid."

Dit zijn de hoofdpunten van de nieuwe coronamaatregelen voor het onderwijs:

Het Lerarencollectief, een beroepsvereniging voor leraren die is ontstaan vanuit PO in actie, heeft na de persconferentie een eigen poll uitgezet onder leraren. Van de 9000 leraren die reageerden, is 64 procent positief over het gedeeltelijk openen van de basisscholen, bijna 10 procent weet het nog niet helemaal en 27 procent is het er niet mee eens. Dat de overgrote meerderheid zich kan vinden in het besluit om te heropenen, vindt oprichter Jan van de Ven bemoedigend. "Al blijft de 27 procent die tegen is natuurlijk een grote groep."

Onder de leraren die liever nog even zouden wachten zijn er veel die gezondheidsklachten hebben of 60+ zijn, zegt Van de Ven. "Mensen met chronische longklachten bijvoorbeeld, of iemand die na een chemo net weer terug aan het werk is."

Van de Ven benadrukt dat wat het Lerarencollectief betreft er ruimte moet zijn voor de zorgen van leraren, bijvoorbeeld over gezondheidsrisico's. "Wat ons betreft kan er geen sprake van dwang zijn."

'Altijd goede oplossing'

Dwang zou sowieso niet werken, zegt Jan de Vries van CNV Onderwijs. Ook bij die bond merken ze dat een groot aantal leraren zorgen heeft over de eigen veiligheid. "Iedere werknemer die zich zorgen maakt, moet het gesprek kunnen aangaan met de werkgever, ook als je niet in de risicogroep valt. En de werkgever moet zorgen dat er een goede oplossing voor hen komt."

Om de veiligheid zoveel mogelijk te garanderen, heeft de PO-Raad met de bonden richtlijnen gelanceerd met praktische afspraken voor de scholen. De Vries: "Het gaat van het gebruik van handgel tot de vraag of ouders in het schoolgebouw mogen komen. Dus hoe je het onderwijs veilig kunt organiseren."

Daarbij spelen de bevindingen van het RIVM een belangrijke rol. Als kinderen worden besmet, dan is dat meestal door hun ouders. Kinderen besmetten op hun beurt nauwelijks volwassenen, zei directeur Van Dissel vandaag nog eens.

"Het RIVM vertelt een helder verhaal", zegt De Vries. "Dat heeft veel leraren vertrouwen gegeven. Maar we moeten ook accepteren dat er geen zekerheden zijn. Dus we hebben die protocollen wel nodig, om de veiligheid te garanderen. Ook testen is belangrijk. Het is goed dat nu ook mogelijk is bij leraren die symptomen hebben."

Veel praktische vragen

Binnen de protocollen mogen scholen zelf beslissen hoe ze het gaan organiseren. En daar zijn nog wel veel vragen over volgens AOb-voorzitter Stolk. "Over hoe het straks precies gaat. Het RIVM zegt: ga uit van anderhalve meter, maar bij onderling contact hoeft dat dan weer niet - bij kleuters kan dat ook helemaal niet."

Ook Van de Ven van het Lerarencollectief ziet dat er veel praktische vragen leven bij onderwijzers. "Nodigen scholen na 11 mei steeds de helft van een klas uit? Of laten ze de ene dag de helft van de klassen komen en de andere dag de rest?"

Hij verwacht dat scholen en leraren er wel uit zullen komen. "Leraren hebben een groot aanpassingsvermogen. Dat is in de afgelopen weken gebleken en dat gaan we ook nu weer zien. Dat afstandsonderwijs heeft wel ontzettend veel gevraagd van de leerkrachten, en voor een deel moet dat nog straks doorgaan. Bijvoorbeeld voor leerlingen die niet naar school kunnen komen. De uitdaging wordt wel om dat te gaan combineren."