Beademingsapparatuur: we hebben liever te veel dan te weinig
In Nederland is er vanwege het corona-virus in korte tijd meer beademingsapparatuur nodig dan er beschikbaar is. Wereldwijd is de vraag naar deze apparatuur enorm toegenomen. Wat betekent dit voor Nederland en hoe lossen we dit op?
Hoeveel beademingsapparatuur komen we in Nederland tekort?
Er liggen nu 546 corona-patiënten op de intensive care. Dat aantal neemt snel toe. Daarom moet de capaciteit om de patiënten op te vangen worden opgeschroefd. In Nederland waren er aanvankelijk 575 IC-bedden voor coronapatiënten, sinds maandag zijn dat er 925.
De nieuwe minister voor Medische Zorg, Martin van Rijn meldde maandag dat er tweeduizend beademingsapparaten zijn besteld. Wanneer die komen, is nog niet bekend. "Over de hele wereld woekert een capaciteitsvraagstuk", zei de minister. "We hebben liever te veel, dan te weinig."
Wat voor oplossingen worden gezocht?
Onderzoekers van de Universiteit van Twente en het Amsterdam UMC ontwikkelen samen een tijdelijke oplossing: één beademingsapparaat waar twee patiënten op aan kunnen worden gesloten. Dat kan, als de patiënten in gelijke mate ziek zijn en dezelfde lengte en hetzelfde gewicht hebben. "Dit is echt een noodoplossing die alleen in academische ziekenhuizen door zeer ervaren IC-artsen kan worden toegepast. Een last resort", benadrukt Frans de Jongh, de longfysioloog die bij het onderzoek is betrokken.
Minister Schouten riep maandag dierenartsen op om hun beademingsapparatuur af te staan. Inmiddels hebben zich 34 praktijken gemeld. Zij bieden samen zo'n vijftig toestellen aan, dat is ongeveer de helft van wat er beschikbaar is. De vereniging voor dierengeneeskunde KNMvD inventariseert wat er verder mogelijk is.
"We moeten kijken of al die apparaten geschikt zijn", zegt Conny van Meurs van de KNMvD. "Een deel van de zorgapparatuur voor dieren is afkomstig uit de humane sector, dus die zijn vrijwel direct te gebruiken." Dit betekent dat voor dieren de beademingsapparatuur niet beschikbaar is, maar volgens Meurs is dat niet voor elke dierenoperatie noodzakelijk. "We zijn nog aan het onderzoeken wat de gevolgen voor dieren zijn."
Dräger, een Duits bedrijf gespecialiseerd in beademing- en anesthesieapparatuur, heeft de productie in zijn Duitse fabrieken al verdubbeld. Algemeen directeur Robert den Brave: "Alleen Duitsland heeft al tienduizend apparaten besteld. Wij proberen nu ethische beslissingen te nemen welk land ze het meest nodig heeft."
Daarbij adviseert Dräger ziekenhuizen om hun operatiekamers om te bouwen tot IC-kamers. Want in operatiekamers staat anesthesieapparatuur, waarmee een patiënt kan worden beademd. Den Brave: "We hebben in Nederland zo'n duizend operatiekamers die niet allemaal gebruikt worden. Dus daar valt wat te winnen."
Hoezeer zijn we afhankelijk van het buitenland?
Veel van de bedrijven die beademingsapparatuur produceren, hebben fabrieken in het buitenland, onder andere in China, Duitsland en de Verenigde Staten. Vooral de VS zorgt voor problemen. Zo is het onduidelijk of de apparatuur die Philips voor de Nederlandse markt in Amerikaanse fabrieken produceert Nederland gaat bereiken.
De Amerikaanse president Trump heeft zondag een wet uit 1950 herroepen. Dat geeft hem het recht om apparatuur in de VS te houden. "We zien dingen die een paar weken geleden ondenkbaar waren," zegt Steve Klink, woordvoerder van Philips. "We zijn in gesprek met de VS en hopen dat we er samen uitkomen."
De Europese Commissie probeert situaties als waar Philips in de VS mee kampt, in Europa te voorkomen. Onder druk van de EC trok Duitsland bijvoorbeeld het verbod in op de export van mondkapjes. Dräger, het bedrijf dat beademing- en anesthesieapparatuur maakt, is Europees georiënteerd. Directeur Den Brave: "Europa heeft gezegevierd boven het nationalisme. Onze fabrieken staan dan wel in Duitsland, maar omdat Europa samenwerkt, kunnen wij voor heel Europa leveren. Dat is essentieel. Gelukkig zijn wij niet afhankelijk van het mondiale systeem. Door de corona-pandemie zie je de haken en ogen van globalisering."
Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, vraagt Europese landen om medische middelen met elkaar te delen: "Door meer te produceren, de middelen in de Europese Unie te houden en ze met elkaar te delen, kunnen we onze gezondheidswerkers en patiënten beschermen en de verspreiding van het virus tegengaan."