Spaanse regering zit in zijn maag met bezoek Venezolaanse oppositieleider

• Rop Zoutberg

  correspondent Spanje

De Spaanse premier Sánchez heeft vanmiddag geweigerd om de Venezolaanse oppositieleider Guaidó te ontvangen. De weigering is opmerkelijk, omdat Spanje een van de eerste landen was die Guaidó als interim-president erkenden.

Guaidó begon afgelopen week een diplomatieke rondreis door Europa en werd ontvangen door de Britse premier Johnson en de Europese commissaris voor Buitenlandse Zaken Borrell. Vrijdag trof de oppositieleider in het Élysée-paleis ook de Franse president Macron. Maar tot een officieel eerbetoon komt het in Spanje zeker niet.

De centrumlinkse premier Sánchez stuurde zijn minister van Buitenlandse Zaken Arancha González Laya naar het culturele centrum waar Guaidó vanmiddag te gast was. Van de handshake mochten alleen foto's worden gemaakt en er was geen persverklaring na afloop.

Politiek steekspel

In een poging de macht van de linkse Venezolaanse president Maduro te breken, benoemde Guaidó zichzelf vorig jaar als interim-president. Meer dan vijftig landen, waaronder de Verenigde Staten, Spanje en ook Nederland, erkenden de oppositieleider in zijn nieuwe rol.

Het is nog onduidelijk waarom premier Sánchez nu geen zin heeft Guaidó te zien. Voor de rechtse Spaanse oppositie is het allemaal wel duidelijk: de premier zit in de tang van zijn radicaal-linkse coalitiegenoot Podemos. De partij verdedigt Maduro en heeft weinig op met de figuur van Guaidó.

De oppositiepartijen spreken van een schandaal. Ze waren vanmiddag met duizenden gevluchte Venezolanen op de been om Guaidó alsnog als een held in Madrid te ontvangen.

De interim-president werd ook ontvangen door Pablo Casado, aanvoerder van de centrumrechtse Partido Popular (PP). Daarna loopt Guaidó in Madrid mee met een demonstratie tegen president Maduro. Tijdens een receptie door het rechtse gemeentebestuur wordt de interim-president tot ereburger van de hoofdstad benoemd.

Nog een relletje

De coalitieregering van Sánchez laat het gelaten over zich heenkomen. Want op de achtergrond speelt nog een ander akelig diplomatiek relletje mee. Dat begon maandag toen de Venezolaanse vice-president Rodríguez tijdens een tussenlanding in Madrid haar vliegtuig dreigde te verlaten.

Het Venezolaanse regime mag vanwege sancties de Europese Unie niet in en uiteindelijk moest de Spaanse minister van Transport Ábalos de affaire sussen. Maar dat is een lezing die de PP niet gelooft. Die partij spreekt van een illegale politieke ontmoeting tussen de Venezolaanse en Spaanse regering en eist dat Ábalos opstapt.

Volgens officiële cijfers zijn er 137.000 Venezolanen naar Spanje gevlucht, maar een deel van de gemeenschap zit illegaal in het land. Het werkelijke cijfer ligt daarom volgens sommigen zeker twee keer zo hoog.