Zelfs belastingexperts zijn tegenwoordig een beetje de weg kwijt
De Belastingdienst kwam vanochtend, niet voor het eerst, negatief in het nieuws. Een medewerker zegt dat hij jarenlang is genegeerd bij het aankaarten van misstanden: zeker 40.000 mensen moesten geld terugbetalen, hoewel ze nog recht hadden op uitstel van betaling doordat bijvoorbeeld hun bezwaar nog behandeld moest worden. De terugvordering zou dus onterecht zijn geweest.
"Het is weer een serieuze aantijging waarin duidelijk wordt dat de Belastingdienst zich niet aan de wet houdt en dat is ernstig in een rechtsstaat", zegt CDA-Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt. "De Belastingdienst heeft de zwaarste rechtsmiddelen in handen, beslaglegging op al je geld en dat soort middelen, dus daar moet het je-houden-aan-de-wet centraal staan. Als een burger daar niet van uit kan gaan dan zit er rot in onze rechtsstaat."
De Belastingdienst geeft zo zelf het verkeerde voorbeeld, vindt Omtzigt. "Heel veel burgers zeggen 'ik kan wel bezwaar indienen, maar ik krijg nooit antwoord'. Nu komt er iemand van de Belastingdienst naar voren en die zegt, ja dat kan wel kloppen. In het geval van de kinderopvangtoeslag is massaal bezwaar ingediend en die bezwaren bleven gewoon anderhalf jaar op de plank liggen."
Het heeft te maken met de maatschappelijke verontwaardiging die is ontstaan na de Bulgarenfraude bijvoorbeeld.
Ook Diana van Hout, hoogleraar formeel belastingrecht in Nijmegen en Tilburg, is geschrokken. "Als het klopt, is het heel ernstig en een vreemde gang van zaken die ik in 25 jaar nog niet eerder ben tegengekomen. De Belastingdienst lijkt hier heel hard in te zetten op handhaving, maar er is ook nog zoiets als rechtsbescherming van de burger. Het is altijd zoeken naar een balans tussen die twee."
Maatschappelijke verontwaardiging
Toch ligt die nadruk op handhaving niet alleen aan de Belastingdienst, vindt zij. "Het heeft te maken met de maatschappelijke verontwaardiging die is ontstaan na de Bulgarenfraude bijvoorbeeld. Dat werkt door. Ook de politiek kijkt de Belastingdienst op de vingers en wil dat die strenger handhaaft. Politici mogen wat dat betreft de hand in eigen boezem steken."
Publieke ophef speelt sowieso een grotere rol, zegt Van Hout. "Niet alleen bij toeslagen, maar ook rond heffingen voor bedrijven. Bijvoorbeeld door het schandaal rond de Panamapapers, toen bleek dat bedrijven op grote schaal belastingregels ontweken, was de verontwaardiging groot. Er wordt nu steeds kritischer gekeken naar adviseurs en advocaten die meehelpen aan het opstellen van lucratieve constructies. Dat is op zich goed, maar het lijkt wat door te slaan."
Eerlijk behandeld
Kamerlid Omtzigt ziet dat probleem ook: "Het gaat mij erom dat de burger eerlijk behandeld wordt. Als je er als burger niet vanuit kunt gaan dat de Belastingdienst zich aan de wet houdt, waarom moet jij dat dan wel doen?"
Wat dat betreft is er een verandering gaande, zegt hoogleraar Van Hout: "Vroeger waren regels duidelijk en mocht iets wel of niet. Nu zijn er zoveel regels en tegenstrijdige regels dat zelfs belastingexperts soms de weg kwijtraken. En er worden steeds meer regels ingevoerd die veel bevoegdheden aan de Belastingdienst geven, maar de rechtsbescherming van de burger lijkt daarbij veel minder van belang. Ik denk dat we pas in het voorportaal staan van de echte problemen."