Gezondheidsraad: vervang loden leidingen, vooral in belang van kinderen
De Gezondheidsraad adviseert het kabinet om huiseigenaren te stimuleren de laatste loden waterleidingen in oude woningen te saneren. Dat kan bijvoorbeeld met een subsidieregeling of een meldingsplicht bij verkoop of verhuur.
Uit onderzoek blijkt dat ook lage concentraties lood schadelijker voor de gezondheid kunnen zijn dan gedacht. Dat geldt vooral voor ongeborenen, zuigelingen en kinderen tot zeven jaar oud. Langdurige loodinname door deze groepen kan gepaard gaan met een afname van het IQ met 2 tot 5 punten. Vooral zuigelingen die flesvoeding krijgen zijn kwetsbaar.
In Nederland zijn bij zo'n 100.000 tot 200.000 oude woningen de loden leidingen nooit vervangen. In deze leidingen kunnen kleine looddeeltjes loslaten en zo in het drinkwater komen. Naar schatting van het RIVM lopen daardoor tienduizenden kinderen en duizenden zwangere vrouwen de kans dat ze te veel lood binnenkrijgen. De Gezondheidsraad adviseert bewoners die tot een risicogroep behoren alleen nog flessenwater te gebruiken.
Ook nieuwe waterleidingen kunnen de eerste drie maanden te veel lood afgeven. Dat lood komt uit de koppelstukken die zijn gebruikt. De risico's daarvan zijn beperkt. Na een paar maanden daalt de loodafgifte tot een aanvaardbaar niveau. De raad adviseert bewoners de kraan de eerste maanden eerst even te laten lopen, voordat ze het water gaan gebruiken.
Drinkwaterbedrijven hebben rond de eeuwwisseling de loden leidingen buiten woningen op grote schaal vervangen. Daardoor is de hoeveelheid lood in het drinkwater al aanzienlijk afgenomen.
Over het algemeen bedraagt het loodgehalte in het Nederlandse kraanwater 1 microgram per liter. In 2016 werd de veilig geachte norm van 10 microgram per liter in ongeveer 1 procent van de onderzochte monsters overschreden. In woningen met loden leidingen kan het loodgehalte oplopen tot 35 microgram per liter.
Advies aan kabinet
De Gezondheidsraad gaf in 1997 ook al een advies om loden leidingen te saneren. Het Rijk stelde een subsidieregeling in waarbij huiseigenaren driekwart van de kosten zelf moesten betalen. Slechts ongeveer 14.000 particuliere woningeigenaren hebben daarvan gebruikgemaakt, schrijft de raad.
Om de resterende leidingen te vervangen, kan opnieuw voor een subsidieregeling worden gekozen, waarbij het Rijk dit keer "substantieel" meebetaalt, meent de raad.
Minder vrijblijvend zou een meldingsplicht zijn waarbij de verkoper of verhuurder in de koop- of huurovereenkomst verklaart dat er in het pand geen oude leidingen meer zijn. De raad stelt voor dat de koper of verhuurder daarbij het resultaat van een betrouwbare meting laat zien.
Minister Van Nieuwenhuizen schrijft aan de Kamer dat ze het advies van de Gezondheidsraad ter harte neemt. Over een deel van de voorgestelde maatregelen voert ze nog overleg.