Nederland wacht op Turks besluit over IS-vrouw
Het is niet zeker dat Nederland om uitlevering van een IS-vrouw gaat vragen, die zich heeft gemeld bij de Nederlandse ambassade in Turkije. "We doen dit stap voor stap", zei premier Rutte op zijn wekelijkse persconferentie. Hij wil eerst kijken of de Turkse autoriteiten de vrouw willen vervolgen en als dat niet het geval is "gaan we opnieuw de situatie kijken".
Volgens Rutte is nog niet met zekerheid te zeggen dat Nederland een uitleveringsverzoek zal doen. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid zei vanmorgen dat dit wel voor de hand ligt.
De vrouw meldde zich woensdag met een andere IS-vrouw en drie kinderen bij de Nederlandse ambassade in Turkije. Als Turkije besluit de vrouw niet te berechten, zal het Nederlandse Openbaar Ministerie waarschijnlijk besluiten om dat in Nederland te doen. Dat geldt niet voor de tweede vrouw, omdat haar de Nederlandse nationaliteit is afgenomen.
Kamp
De vrouwen waren vanuit Nederland naar IS-gebied gereisd en zouden enkele weken geleden zijn ontsnapt uit het kamp voor gevangengenomen IS'ers in al-Hol, in het noordoosten van Syrië. De vrouwen zitten inmiddels met hun kinderen in een Turkse cel.
Op de dag dat de vrouwen en kinderen aankwamen in Ankara werd het Nederlandse staatsburgerschap van één van hen, de Tilburgse Fatima H., afgenomen. Volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid was de ontnemingsprocedure al eerder gestart. "Daar is een zorgvuldige procedure over gevoerd, die al in september was ingezet", zei minister Grapperhaus daar vandaag over. "Ik heb er dinsdagmiddag een positief advies over gegeven en het besluit is nog diezelfde dag door de staatssecretaris genomen."
Minister Blok van Buitenlandse Zaken zei gisteren al te zullen wachten op het besluit van de Turkse autoriteiten of ze de vrouwen gaan vervolgen. Grapperhaus voegde daar vanmorgen aan toe: "Als de Turken zeggen dat ze die vrouw niet gaan vervolgen, dan is het het meest waarschijnlijk dat we voor haar een uitleveringsverzoek zullen doen", stelde Grapperhaus. "Dat is wat we als staand beleid hebben geformuleerd."
De afgelopen jaren meldden zich zo'n tien Syriëgangers bij een Nederlandse diplomatieke post in Turkije. In alle gevallen werden ze door Turkije aan Nederland overgedragen, om vervolgens in Nederland te worden berecht.
Opsporingsbevel
Nederland heeft een Europees opsporingsbevel uitgevaardigd tegen beide vrouwen, maar de situatie is in het geval van Fatima H. ingewikkelder geworden. "Die heeft het Nederlanderschap niet meer. Dus daar wordt in beginsel geen uitleveringsverzoek voor gedaan", zei minister Grapperhaus.
Het welbevinden van de kinderen wordt volgens de minister goed in de gaten gehouden, in contact met de Turkse autoriteiten. Grapperhaus is niet van plan H. via haar kind alsnog naar Nederland te laten komen. "Dat is nadrukkelijk niet het uitgangspunt."
Naar Marokko?
Als H. niet in Turkije wordt vervolgd, zal ze vermoedelijk worden uitgezet. Maar het is de vraag waarnaartoe. Omdat H. nu alleen nog de Marokkaanse nationaliteit heeft, bestaat de kans dat ze naar Marokko gaat.
Volgens NOS-correspondent Samira Jadir is de terugkeerkwestie in Marokko veel minder voer voor discussie. "H. is daar waarschijnlijk welkom. Er zal dan worden onderzocht of ze strafbare feiten heeft gepleegd."
Volgens Jadir ziet Marokko IS-vrouwen veel minder als een bedreiging dan Nederland. "Ze worden gezien als vrouwen die hun man zijn gevolgd. Bovendien is er een groot vertrouwen in de veiligheidsdiensten, die terugkeerders streng in de gaten houden." Er zitten nu nog 280 Marokkaanse vrouwen en 391 kinderen in de Syrische opvangkampen.
De AIVD houdt bij hoeveel Nederlanders er in Syrische opvangkampen zitten. Afgelopen maand waren dat 90 kinderen, 35 vrouwen en 15 mannen.