Syriëgangers dagen de Staat om af te dwingen dat ze worden opgehaald
Een groep vrouwelijke Syriëgangers en hun kinderen willen de Nederlandse Staat via een kort geding dwingen dat ze opgehaald worden uit de gevangenkampen in Noord-Syrië. Mocht dat niet gebeuren, dan stellen ze de overheid aansprakelijk voor het aangedane leed.
De 23 vrouwen en 55 kinderen zitten vast in al-Hol en al-Roj, twee kampen in Noord-Syrië, en worden bijgestaan door vijf advocatenkantoren. De vrouwen zijn de afgelopen jaren vanuit Nederland naar Syrië gereisd, veelal om zich aan te sluiten bij terroristische organisatie IS. Sommigen namen hun kinderen mee. Veel anderen hebben daar kinderen gekregen.
De dagvaarding is deze week naar de rechtbank Den Haag gestuurd. Op 1 november wordt het kort geding behandeld.
In de dagvaarding betogen de advocaten dat Nederland de plicht heeft de vrouwen op te halen omdat het anders handelt in strijd in met internationale mensenrechtenverdragen. De situatie in de kampen is momenteel zo erbarmelijk, zo stellen ze, dat Nederland wel moet ingrijpen. Zeker als het gaat om de minderjarige kinderen. Omdat de autoriteiten in Noord-Syrië niet bereid zijn de vrouwen en kinderen te scheiden, moeten de moeders ook opgehaald worden, zo redeneren de advocaten.
Eigen keus
Het kabinet heeft bij monde van minister Grapperhaus al eerder laten weten zich net als de advocaten zich zorgen te maken over de omstandigheden waarin de vrouwen en kinderen zich bevinden. Maar volgens het kabinet hebben de vrouwen zelf gekozen voor hun reis naar Syrië, en hebben ze daarmee zichzelf en hun kinderen in gevaar gebracht.
Omwille van de veiligheid van Nederlandse ambtenaren en het ontbreken van diplomatieke betrekkingen in het gebied wil het kabinet de vrouwen niet ophalen. Alleen als ze zich melden bij de Nederlandse vertegenwoordiging in Erbil (Irak) of Ankara (Turkije) is het kabinet bereid ze naar Nederland te halen.
Volgens de advocaten zijn dit gelegenheidsargumenten, omdat de Amerikanen en Koerden al eerder hebben aangeboden de vrouwen namens Nederland te willen ophalen. Ze stellen dat alleen om politieke redenen de vrouwen en kinderen nog niet zijn gehaald. "Dat mag echter nooit een reden zijn voor het nemen van risico's met de levens van minderjarige onderdanen", stellen de advocaten.
Of het kort geding in Nederland enig kans van slagen heeft, is moeilijk te voorspellen. Onlangs beval een Duitse rechter de Duitse Staat om een moeder met drie kinderen op te halen uit het kamp Al-Hol. Het hoger beroep daartegen loopt nog. Het kabinet heeft er meerdere keren op gewezen dat Nederland op basis van internationale verdragen niet verplicht is de vrouwen en kinderen te helpen.
Assad
Zelfs als het kort geding gewonnen wordt door de advocaten, zal moeten blijken of het kabinet er uitvoering aan zal geven. Eerder bepaalde de rechtbank Rotterdam al dat het kabinet zich maximaal moest inspannen om meerdere vrouwen naar Nederland te halen, zodat ze hier vervolgd kunnen worden. Dat verzoek heeft het kabinet, om eerder genoemde redenen, naast zich neergelegd.
Overigens is het de vraag of de zitting van 1 november niet te laat is voor de vrouwen. Het heeft er alle schijn van dat al-Hol, die nu nog bewaakt worden door de Koerden, binnenkort in handen zal vallen van het regime van Assad. Dat Assad de Nederlanders zou willen uitleveren, lijkt onwaarschijnlijk.
Wie de controle gaat krijgen over al-Roj, vlak bij de Turkse grens, in nog onduidelijker. Voor beide kampen geldt dat er ook de kans bestaat de vrouwen in de chaos van de strijd weten te ontsnappen.
Waarom viel de Turkse president Erdogan het noorden van Syrië ook alweer binnen? Bekijk onze video: