Bedrijfsleven is om: tijd voor meer vrouwen in de top
Werkgevers- en werknemersorganisaties vinden dat er een quotum moet komen om bedrijven te dwingen meer vrouwen in de top aan te nemen. Ook moet er meer culturele diversiteit komen in de raden van bestuur en raden van commissarissen.
Dat staat in een nieuw advies van de Sociaal-Economische Raad (SER), waarin wordt geconcludeerd dat het aantal vrouwen in topfuncties nu te langzaam stijgt.
Het is een draai van het bedrijfsleven, dat zich eerder verzette tegen een verplicht quotum. Hans de Boer, voorzitter van belangenbehartiger VNO-NCW, noemde een quotum eerder een zwaktebod en zei dat bedrijven zelf acties gingen ondernemen om het percentage vrouwen in de top te laten stijgen.
"Toch moeten we constateren dat dit te langzaam ging. En hoewel ik het een zwaktebod blijf vinden, doen we daarom vandaag nieuwe voorstellen die moeten zorgen voor een radicale trendbreuk", zegt De Boer nu.
Lege stoel
In het SER-advies wordt gepleit voor een zogeheten ingroeiquotum dat gaat gelden voor de raden van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven. "Als een bedrijf het quotum van 30 procent niet haalt, moet het volgende lid dat benoemd wordt een vrouw zijn. Kan er geen geschikte vrouw worden gevonden, dan blijft de stoel leeg", zegt SER-voorzitter Mariëtte Hamer.
Volgens Hamer heeft een streefcijfer niet bijgedragen aan groei van het aantal vrouwen en culturele diversiteit:
Voor raden van bestuur wordt geen quotum voorgesteld. Hamer: "Het idee is dat als de raden van commissarissen diverser zijn samengesteld, de besturen dat op termijn ook worden. Bestuursleden worden namelijk aangesteld door de raad van commissarissen."
"Op het gebied van vrouwen aan de top loopt Nederland inmiddels best achter", zegt Caroline Princen van de Bedrijvenmonitor Topvrouwen, die de laatste stand van zaken in kaart brengt. "Noorwegen was het eerste land met een quotum, maar inmiddels zijn veel Europese landen gevolgd. Je ziet dat de quota echt werken, het zorgt voor versnelling."
Opvang en verlof
Ook andere zaken dragen bij aan een gelijkere verdeling in de bedrijfstop. Landen als Zweden en Denemarken hanteren geen quotum, maar staan wel in de top-10 van landen met de meeste vrouwen aan de top. Deze landen bieden bijvoorbeeld goedkope kinderopvang aan, of hebben een langer vaderschapsverlof.
Sinds 2013 geldt een wettelijk streefcijfer van 30 procent voor vrouwen in de top van het bedrijfsleven. In de praktijk zijn er weinig bedrijven die dat halen. Uit de laatste cijfers blijkt dat 8,3 procent van de bedrijven aan het cijfer voldoet. In 2012 was dat 4,5 procent.
Te vrijblijvend
"De cijfers vallen opnieuw tegen. De overgrote meerderheid komt niet in beweging. Na zes jaar monitoren rest ons niets anders dan te concluderen dat het wettelijk streefcijfer niet werkt. Het is simpelweg te vrijblijvend. Het streefcijfer was goed bedoeld, maar het bleek een papieren tijger. Het is tijd voor een quotum", zegt Princen.
Minister Van Engelshoven sprak vanochtend in een reactie van een zwaarwegend advies van de SER. Het geeft volgens haar aan dat er maatschappelijk draagvlak is voor een quotum. Ze gaat de kwestie nu in het kabinet bespreken, maar wil niet vooruitlopen op de uitkomst van dat overleg. "In de politiek wordt er verschillend over gedacht", voegde de minister eraan toe.
Tot nu toe was in de Kamer geen meerderheid voor een quotum. Alle regeringsfracties waren ertegen, al ging D66 een paar weken geleden om. De VVD zegt vandaag in een reactie niet van standpunt te zijn veranderd. Volgens de partij is een quotum niet de juiste manier om meer vrouwen aan de top te krijgen. CDA en ChristenUnie willen eerst het SER-advies nader bestuderen en met hun fractie bespreken.