NOS NieuwsAangepast

Bekijk hier wat er met jouw koopkracht gebeurt, wel onder voorbehoud

De koopkracht van niet-werkenden stijgt volgend jaar veel minder dan die van werkenden. Dat constateert het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), dat voor 117 voorbeeldhuishoudens de koopkracht berekende.

Al die huishoudens gaan er in 2020 op vooruit, tenminste als de economie zich ontwikkelt zoals nu voorspeld. De koopkracht stijgt tussen de 0,2 en 4,6 procent, waarbij de koopkracht voor de meeste mensen met 1 tot 2 procent stijgt.

Het Nibud heeft de koopkracht van 117 voorbeeldhuishoudens doorgerekend. Bekijk hier wat er met jouw koopkracht gebeurt. Kies de situatie die het meest overeenkomt met de jouwe:

Voor bijstandsgerechtigden is er een 'magere plus' zegt het Nibud. "De maatregelen die het kabinet neemt om de koopkracht te verbeteren, hebben weinig tot geen invloed op de portemonnee van mensen met een (bijstands)uitkering." Een alleenstaande in de bijstand heeft volgend jaar 14 euro per maand meer te besteden dan nu.

Onzekere koopkracht gepensioneerden

De koopkracht van gepensioneerden stijgt tussen de 0,5 en 2,8 procent. Maar of dat ook echt zal gebeuren is onzeker, zegt het Nibud. "Sommige pensioenfondsen hebben al laten weten dat zij volgend jaar misschien op de aanvullende pensioenen moeten korten.

In dat geval zal de koopkracht voor deze gepensioneerden veel minder stijgen of zelfs dalen." En er is een goede kans dat dat gebeurt, want deze ramingen zijn gebaseerd op de stand van eind juni en sindsdien is de situatie voor pensioenfondsen verder verslechterd.

Zzp'ers

Het Nibud heeft voor het eerst ook de koopkrachtontwikkeling van zzp'ers als aparte groep berekend. Zij gaan er tussen de 1 en 3,4 procent op vooruit. Het Nibud gaat er daarbij wel van uit dat zzp'ers hun inkomen met 2,5 procent weten te verhogen. Dat is namelijk evenveel als de gemiddelde verwachte loonstijging. De zogeheten zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren stap voor stap verlaagd. Daardoor kunnen zelfstandigen volgend jaar een minder hoog bedrag van de belasting aftrekken.

CPB: +2,1% voor doorsnee huishouden

Eerder vandaag kwam het CPB ook al met koopkrachtcijfers. Het doorsnee huishouden krijgt er 2,1 procent koopkracht bij. Let op: het is dus maar een voorspelling en het kan dus nog heel anders uitpakken. Als bijvoorbeeld de lonen minder hard stijgen dan het CPB verwacht en de prijzen juist meer dan verwacht, dan zal de koopkracht minder stijgen.

De laagste (+1,4%) en wat lagere inkomensgroep (+1,8%) zien hun koopkracht een stuk minder stijgen dan de middelste (+2,2%), wat hogere (+2,4%) en hoogste inkomensgroep (2,3%).

En werkenden krijgen er dus meer koopkracht bij dan mensen met een uitkering en gepensioneerden. "Extra geld komt er om de lasten van met name werkenden omlaag te brengen", zegt het kabinet hierover. "Zij hebben eerder de gevolgen van de economische crisis zwaar gevoeld. Daarom stelt het kabinet hen in de Miljoenennota voorop."

Bekijk hier de koopkrachtramingen van het CPB. Swipe om meer groepen te zien.

  • NOS/CPB
  • NOS/CPB
  • NOS/CPB
  • NOS/CPB

Bij deze CPB-cijfers geldt dat het om een doorsneestijging gaat en dat er binnen groepen nog altijd verschillen zijn. Zo gaat de doorsnee werkende er dus 2,4 procent op vooruit. Maar de helft van de werkenden gaat er ergens tussen de 2 en 2,9 procent op vooruit. En de andere helft gaat er dus meer dan 2,9 of minder dan 2 procent op vooruit.

Het kabinet zegt erbij dat je koopkracht ook nog eens anders kan uitpakken door ontwikkelingen in je eigen leven. "De levens van ruim 17 miljoen individuele Nederlanders passen niet in een mal", zei koning Willem-Alexander in de troonrede hierover.

Bekijk hier de hele passage over koopkracht.

'Geen enkel leven voegt zich naar de mediaan van een statistisch model'

De regering neemt verschillende maatregelen om de koopkracht te verhogen, die in totaal zo'n 3 miljard kosten. Zo wordt de arbeidskorting hoger. Daardoor betaal je minder inkomstenbelasting. Ook gaat de energiebelasting omlaag. Zonder die nieuwe maatregelen zou de koopkracht niet in doorsnee met 2,1 procent stijgen, maar slechts met 1,2 procent.

Dat de koopkracht van gepensioneerden minder stijgt komt ook doordat veel pensioenfondsen de pensioenen niet kunnen laten meestijgen met de prijzen. En dat is omdat ze te lage dekkingsgraden hebben.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl