'Zetelbehoud is een uitweg voor Kamerleden in gewetensnood'
Erika de Joode
redacteur Online
Erika de Joode
redacteur Online
"Kiezersbedrog", "zetelroof" of gewoon "een slechte zaak". De reacties op het besluit van Femke Merel van Kooten om uit de Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren te stappen en met een eigen zetel verder te gaan liegen er niet om. Op Van Kootens Facebookpagina, waar ze haar beslissing meedeelde, betogen sommige PvdD-kiezers dat ze haar zetel had moeten teruggeven aan de partij. "Mensen hebben in eerste instantie op de partij gestemd, niet op jou", zo klinkt het.
De discussie over Kamerleden die uit hun partij stappen en als onafhankelijk Kamerlid verdergaan, is bepaald niet nieuw. Vijf jaar geleden onderzocht toenmalig minister Plasterk van Binnenlandse Zaken al of hij dat kon voorkomen, bijvoorbeeld door Kamerleden te dwingen om hun zetel terug te geven aan hun partij. Maar voor zo'n maatregel zou de Grondwet moeten worden aangepast en daar wilde Plasterk niet aan.
Veranderde er dan niets? Jawel. Sinds de vorige Tweede Kamerverkiezingen in 2017 krijgen 'afsplitsers' die hun zetel behouden minder geld en minder spreektijd dan een gewone fractie. Voormalig PvdD-Kamerlid Van Kooten is de eerste die met die nieuwe regels te maken krijgt.
Kamerleden van allerlei partijen gingen Femke Merel van Kooten voor als 'fractieverlater'. Een greep:
Dat 'fractieverlaters' als Van Kooten hun zetel niet per se aan hun partij hoeven terug te geven, heeft te maken met ons politieke systeem. "Formeel word je als individu gekozen en is je zetel geen eigendom van de partij", vertelt Bert van den Braak van het Parlementair Documentatiecentrum. En in de Grondwet staat dat alle Kamerleden stemmen 'zonder last', wat betekent dat zij vrij zijn om te stemmen zoals ze zelf willen.
Maar in de praktijk kennen we ook de zogeheten fractiediscipline, waarbij Kamerleden geacht worden zich te houden aan de partijlijn. Uit kiezersonderzoek van een paar jaar geleden blijkt dat een meerderheid van de Nederlanders geen voorstander is van die fractiediscipline, vertelt politicoloog Tom van der Meer van de Universiteit van Amsterdam. "Maar tegelijkertijd vinden veel kiezers ook dat Kamerleden die uit hun fractie stappen hun zetel moeten inleveren. Daar wringt het."
Voorkeursstemmen
Vandaag opperen enkele kiezers op sociale media dat het goed zou zijn als fractieverlaters hun zetel alleen mogen houden als ze bij de vorige verkiezingen genoeg stemmen haalden voor een voorkeurszetel.
In het geval van Van Kooten is dat bij lange na niet het geval: zij kreeg 6131 stemmen, terwijl er voor een voorkeurszetel ruim 17.000 nodig waren. "Maar het is oneerlijk om te zeggen dat Van Kooten om die reden haar zetel moet inleveren", vindt historicus Geerten Waling van de Universiteit Leiden, die een boek schreef over zetelroof. "Dan moet je namelijk ook alle kandidaten de kans geven om een eigen verkiezingscampagne te voeren. Nu krijgt de lijsttrekker alle campagnebudgetten, en dus ook de meeste stemmen."
Ja-knikkers
Volgens Waling is het goed dat Kamerleden die hun fractie verlaten de mogelijkheid hebben om hun zetel te behouden. "Dat is een soort noodventiel, een uitweg voor Kamerleden die in gewetensnood komen door de fractiediscipline. Als zij die uitweg niet hebben, loop je het risico dat er in een partij alleen ja-knikkers overblijven."
Parlementair historicus Van den Braak vindt wel dat een fractieverlater heel gegronde redenen moet hebben om zijn zetel niet terug te geven. "Op papier zijn alle Kamerleden inderdaad onafhankelijk, maar ze zijn wel onderdeel van een partij. Kiezers gaan ervan uit dat ze dat ook blijven."
'Nucleaire optie'
Overigens heeft een Kamerlid dat in zijn eentje doorgaat vaak weinig slagkracht. De afgelopen 45 jaar waren er slechts twee succesvolle afsplitsingen. In 2004 verliet Geert Wilders de VVD om na twee jaar als onafhankelijk Kamerlid met zijn eigen PVV verder te gaan. En in 2015 presenteerden Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk hun partij Denk, nadat ze het jaar daarvoor uit de PvdA-fractie waren gestapt.
"In het algemeen is afsplitsen een nucleaire optie", zegt politicoloog Van der Meer. "Kamerleden die dat doen in de hoop in de toekomst eerder verkozen te worden, komen bijna altijd bedrogen uit." Volgens historicus Waling komt vooral Van Kooten nu in een lastige positie, omdat ze voor het eerst te maken krijgt met de nieuwe regels voor afgesplitste Kamerleden. "Ze zal hard moeten werken om zichtbaar te zijn."