Stonewall Riots 50 jaar geleden: 'Dag om de helden die toen opstonden te eren'
Meike Wijnhoven
redacteur Online
Meike Wijnhoven
redacteur Online
De politieagenten werden verrast. Normaal durfde niemand ze een strobreed in de weg te leggen als ze een homobar binnenvielen en mensen oppakten wegens overtreding van de zedenwet. Maar deze keer verzamelden zich zo'n 400 woedende mensen buiten de New Yorkse Stonewall Inn. Volgens Amerikaanse kranten werd er met flessen gegooid en werd de bar in brand gestoken. De rellen die vandaag 50 jaar geleden begonnen, gingen de geschiedenisboeken in als de Stonewall Riots.
Homoseksualiteit was toen in bijna de hele VS illegaal. Homo's en transgender personen werden regelmatig gearresteerd en named en shamed. Hun reputaties, carrières en privélevens werden vernield. De Stonewall Riots markeren voor de Verenigde Staten een keerpunt, het begin van de homorechtenbeweging en een eerste stap naar brede acceptatie.
Dit is een dag om de helden van toen te eren.
Een jaar na de rellen organiseerde een nieuwe anti-discriminatiebeweging, de Gay Liberation Front, een herdenkingsmars in New York. Dat was de voorloper van de New Yorkse Gay Pride Parade, die nog steeds jaarlijks in het weekend rond 28 juni plaatsvindt.
In Nederland heeft de lhbtq-emancipatiebeweging andere roots, al erkennen ze het historische belang van de Stonewall Riots.
"Het is een iconisch moment geweest, waar mensen over de hele wereld tot op de dag van vandaag inspiratie uithalen", vertelt Philip Tijsma, woordvoerder van COC Nederland, de oudste nog bestaande lhbtq-organisatie ter wereld. "Dit is een dag om de helden die toen opstonden te eren", zegt hij.
Maar we moeten volgens Tijsma niet alle lof toekennen aan deze gebeurtenis. "Ieder land heeft zijn eigen held", zegt hij. Bijvoorbeeld Joke Swiebel, die nog vijf maanden voor de Stonewall Riots de eerste demonstratie voor homorechten in Europa organiseerde. Honderd jongeren liepen op het Binnenhof met haar mee op 21 januari 1969.
De emancipatie in Nederland begon dus nog eerder dan in Amerika, eigenlijk. Toch heeft het lang geduurd voordat Nederland een jaarlijkse bijeenkomst organiseerde om homorechten kracht bij te zetten. Pas sinds 1977 wordt in ons land de Roze Zaterdag gehouden.
"Hoewel de gebeurtenis bij Stonewall een belangrijk moment is geweest, moeten we het niet overschatten", zegt sociaalwetenschapper Laurens Buijs. Hij benadrukt dat de beweging in Nederland ook andere inspiratiebronnen had, zoals Duitse homorechtenactivisten die zich ook al in de jaren 60 begonnen te roeren.
Niet alleen het activisme was belangrijk voor de zelfbewustzijn van homoseksuelen. Een andere factor was het homonachtleven in Amsterdam, dat hand in hand ging met de bredere seksuele revolutie vanaf de jaren 60. "Amsterdam was het centrum van een nieuwe cultuur", zegt Buijs. Homo's waren een van de groepen die hun plek opeisten in het uitgaansleven van de stad.
Het organiserend vermogen van de homorechtenbeweging was ook van groot belang. De Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming verstrekte informatie over seksualiteit en voorbehoedsmiddelen en had in de hoogtijdagen van de jaren 60 en 70 zo'n 200.000 leden, vertelt Buijs. "Het denken over seksualiteit ging hier op z'n Nederlands. Er werd heel veel over gepolderd en gesproken".
Hoewel de Stonewall Riots niet direct de katalysator waren voor de Nederlandse homo-emancipatiebeweging, wordt er dit jaar groots aandacht aan besteed. Het Midzomergracht Festival staat deels in het teken van de rellen. Ook kun je tot en met 4 juli een expositie over 50 jaar Stonewall bezoeken in de Openbare Bibliotheek Amsterdam.
Discriminatie en geweld
Sinds de repressieve jaren 60 is er in de wet veel vooruitgang geboekt. In 2001 legaliseerde Nederland als eerste land ter wereld het homohuwelijk. Het politieke draagvlak voor homorechten in Nederland is bijzonder, volgens de onderzoeker Buijs. "Veel centrum- en rechtse partijen steunen homoseksualiteit. In veel andere landen is dit nog niet het geval".
Ondanks alle verworvenheden waarschuwt Buijs voor een te rooskleurig beeld. "Lhbtq-jongeren worstelen vaker met depressies, eetstoornissen of verslaving", zegt hij.
"Zeven op de tien lhbtq'ers krijgt in zijn leven te maken met fysiek of verbaal geweld", voegt Tijsma van het COC toe. Ten opzichte van tien jaar geleden, is het aantal geregistreerde discriminatie- en geweldsincidenten in 2018 flink toegenomen.
Volgens Tijsma is er sprake van een dubbel beeld. "Als je de situatie in Nederland vergelijkt met landen als Tsjetsjenië en Rusland, is Nederland een fijn land. Maar 'homo' is nog steeds een van de meest gebruikte scheldwoorden op scholen en de positie van transgender personen op de arbeidsmarkt blijkt ook nog steeds slecht. De acceptatie is dunner dan veel mensen denken."