Vaccinatiegraad stabiliseert, maar blijft te laag
Na jaren van daling is het aantal mensen dat de vaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) haalt, gestabiliseerd. Voor sommige groepen lijkt er op basis van voorlopige cijfers over 2019 zelfs sprake van een lichte stijging. Voor andere is er sprake van een minimale daling, blijkt uit het vandaag gepubliceerde rapport Vaccinatiegraad en jaarverslag Rijksvaccinatieprogramma Nederland 2018.
Die stabilisering is een omslag ten opzichte van de afgelopen zes jaar waarin er steeds sprake was van een afname. Nog steeds ligt die vaccinatiegraad wel ruim onder het niveau van 95 procent dat de Wereldgezondheidsorganisatie hanteert om mazelen uit te roeien. Nederland heeft dat WHO-besluit onderschreven.
Op peildatum 5 maart 2019 hadden 90,2 procent van de tweejarigen alle vaccinaties uit het RVP volgens schema gekregen. Jongeren van 16 of 17 jaar krijgen de kans om vaccinaties uit het RVP die ze gemist hebben alsnog te halen.
HPV-vaccinatie
De opkomst bij de HPV-vaccinatie blijft voor het tweede achtereenvolgende rapportagejaar steken op 45,5 procent. Vorige week adviseerde de Gezondheidsraad om de HPV-vaccinatie in het vervolg ook aan jongens te geven en om de leeftijd voor de oproep te verlagen naar negen jaar.
Verder adviseerde de Raad om een inhaal-vaccinatieprogramma op te zetten voor meisjes en vrouwen die de prik niet hebben gehaald en voor jongens en mannen die hem nooit aangeboden hebben gekregen.
Verhullend cijfer
De landelijke vaccinatiegraad van 90,2 procent is een lastig cijfer. Het vertelt hoeveel tweejarigen alle RVP-vaccinaties volgens schema hebben gekregen. Maar het verhult dat de vaccinatiegraad voor alle individuele vaccinaties duidelijk hoger ligt. Die voor de BMR-prik (Bof, Mazelen, Rode hond) lag net als vorig jaar op 92,9 procent. Voor de DKTP-vaccinatie (Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Polio) daalde de opkomst van 92,6 naar 92,4. Voor de meningokokkenvaccinatie bleef die 92,6 procent.
Dat de landelijke vaccinatiegraad toch lager is dan het gemiddelde van die individuele prikken komt omdat het ene kind de pneumokokkenvaccinatie, die apart wordt gegeven, niet haalt en het andere kind bijvoorbeeld niet wordt ingeënt tegen hepatitis B.
Anders gezegd: het gaat bij de personen die een bepaalde vaccinatie halen niet één op één om dezelfde personen die een andere vaccinatie niet halen. Daardoor is het getal dat aangeeft hoeveel tweejarigen het complete vaccinatiepakket hebben gehad in de praktijk altijd lager dan de vaccinatiegraad voor individuele prikken.
Negenjarigen prik
Bij de tweede ronde voor de DTP (dan zonder kinkhoestvaccin) en de tweede ronde voor de BMR - de zogeheten negenjarigenprik - is de opkomst met 89,5 procent lager en ook met een half procent gedaald ten opzichte van vorig jaar. Maar op elfjarige leeftijd blijkt een deel van de kinderen alsnog de vaccinaties gehaald te hebben. De daling is dan nog maar 0,2 procent.
De vaccinatiegraad van de in 2018 nieuw ingevoerde vaccinatie tegen meningokokken typen A,C, W en Y (eerder werd alleen tegen C gevaccineerd) is 87 procent.