Groenewegen gaat voor geel: 'Kom maar op met de Tour'
Dylan Groenewegen krijgt over twee weken een herkansing in zijn jacht op de gele trui. Vorig jaar kwam de sprinter in de openingsetappe van de Tour de France tekort, dit jaar wil hij in Brussel de opvolger worden van Erik Breukink.
"Dat zou heel mooi zijn", zegt Groenewegen, geboren in 1993, een kleine vier jaar nadat Breukink in 1989 het geel veroverde. Hij was de laatste Nederlander met de leiderstrui om zijn schouders.
"Ik voel me goed, al ben ik nu een beetje stijfjes", doelt de Jumbo-Visma-renner op de schaafwonden die hij donderdag opliep bij een val in de ZLM Tour. "Maar ik zit lekker in mijn vel. Ik heb zin om te koersen, dus kom maar op met de Tour."
Bekijk hier de reportage met Dylan Groenewegen:
Zo goed als Groenewegen de Tour twee jaar geleden afsloot met zijn eerste ritzege, op de Champs-Élysées, zo teleurstellend waren zijn eerste massasprints vorig jaar. In de eerste etappe kwam hij niet verder dan de zesde plaats. Na een week viel alles op zijn plek, met de winst in rit zeven en acht.
"Pas na de vierde etappe kwam ik er lekker in", zegt Groenewegen, die met de ploeg voor een andere voorbereiding koos. "Dit jaar willen we gelijk de eerste rit al goed zijn."
Geen NK en eerder op hoogte
"Ik reageerde slecht op het Nederlands kampioenschap, omdat ik daarna rust moest pakken" legt Groenewegen uit. "Er zat denk ik te weinig spanning op mijn benen om meteen goed te zijn op de eerste dag van de Tour."
Groenewegen kiest er daarom voor het NK, dat zes dagen voor de eerste Tourrit verreden wordt, over te slaan. "Ik vind het wel jammer, het is een heel mooie koers voor eigen publiek. Maar we denken dat het niet in in het schema past."
Ook de indeling van de hoogtestage is veranderd. "Vorig jaar was dat dichter op het NK en de Tour en toen had ik twee kortere stages. Dit jaar kozen we voor een langere hoogtestage, hopelijk is het probleem van de slechte benen verholpen."
Bekijk hier de ritzeges van Groenewegen in de Tour:
Groenewegen sprintte dit seizoen al naar tien zeges. Hij won onder meer twee etappes in Parijs-Nice, de eendagswedstrijd Driedaagse De Panne, drie etappes in de Vierdaagse van Duinkerke en al twee ritten in de ZLM Tour.
Vorig jaar behaalde hij in aanloop naar de Tour negen zeges, voelt Groenewegen zich ook beter dan een jaar geleden? "Zeker, we hebben een prachtig powermetertje op de fiets. Dan zie je dat de inhoud beter is geworden en ik voel me ook sterker."
Ik zeg weleens: wat ik denk, moet Mike op dat moment al doen.
"De sprinttrein is versterkt, ikzelf ben sterker. Alles bij elkaar geeft dat mooie uitslagen. Als je het hele jaar zo rijdt, hoop je dat in de Tour ook te kunnen laten zien."
Hoe ziet de sprinttrein eruit?
Groenewegen is in de massasprints de laatste wagon van het Jumbo-Visma-treintje dat hem in de laatste kilometers op volle snelheid moet afzetten in kansrijke positie. De sprinter stelt zijn helpers al volgt voor.
"Tony Martin, 'der Pantzerwagen'. Als hij de vrijheid heeft, gaat hij lekker rammen, dat vindt hij het mooiste wat er is."
"Dan hebben we Amund Grøndahl Jansen. Hij is enorm sterk, zo ziet hij er ook uit. Hij moet ervoor zorgen dat we in de laatste honderden meters in een goede positie zitten."
"En als dat perfect loopt, trekt Mike Teunissen me naar de perfecte snelheid. En dan moet ik het afmaken."
Timo Roosen was vorig jaar de adjudant van Groenewegen, maar dit jaar bleek dat Teunissen (overgekomen van Sunweb) de sprinter achter zich nog beter aanvoelt.
Groenewegen: "Ik zeg weleens: wat ik denk, moet Mike op dat moment al doen. Dat geldt dan ook voor Mike en Amund. Het moet zo op elkaar ingespeeld zijn, maar dat is ook grotendeels instinct."
Kleinere treintjes
Toch is de invloed van een sprinttrein op de rituitslag minder groot dan enkele jaren terug. "Ik heb drie renners voor me, dat is niet de enorme trein die je een paar jaar geleden zag. Toen zag je veel sprinttreinen, nu gaat het meer op instinct. Je bent soms beter af met minder man."
Het gaat Groenewegen erom dat hij in de laatste honderden meters de ruimte heeft om op volle snelheid te komen om alles en iedereen achter zich te houden. "Als ik maar vrij kan sprinten. Als Mike de snelheid aantrekt, is het goed. Maar als iemand anders het doet, is het ook goed."