Gezondheidsraad: HPV-vaccinatie rond 9 jaar én ook voor jongens
De Gezondheidsraad wil dat de HPV-vaccinatie ook voor jongens wordt opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Meisjes en jongens zouden de vaccinatie tegen het virus dat baarmoederhalskanker veroorzaakt rond hun negende jaar moeten krijgen.
Bovendien adviseert de Gezondheidsraad aan staatssecretaris Blokhuis van VWS om een extra vaccinatieprogramma op te zetten voor mensen tot en met 26 jaar die zich nog niet hebben laten vaccineren. Dat voorstel is bedoeld om de HPV-vaccinatiegraad te verhogen.
Volgens de Gezondheidsraad biedt de HPV-vaccinatie de beste bescherming als die zo dicht mogelijk bij de negende verjaardag wordt gegeven. De leeftijd waarop de vaccinatie wordt gegeven kan omlaag van dertien jaar naar negen jaar, omdat duidelijk is geworden dat het vaccin zijn werking lang genoeg behoudt.
Een infectie door het HPV-virus (humaan papillomavirus) kan niet alleen baarmoederhalskanker veroorzaken. HPV-infecties dragen ook bij aan het ontstaan van kanker aan de anus, penis, vagina, schaamlippen en de mond- en keelholte. Jaarlijks krijgen ongeveer achthonderd vrouwen de diagnose baarmoederhalskanker, terwijl ieder jaar zo'n tweehonderd vrouwen aan de ziekte overlijden.
De vaccinatie geeft volgens de Raad weinig bijwerkingen. Onderzoek wijst uit dat er geen verband is tussen de HPV-vaccinatie en chronische vermoeidheid, migraine en auto-immuunziekten. Daarover doen wel veel verhalen de ronde.
Mede daardoor is de opkomst bij de HPV-vaccinatie sinds de invoering in 2010 al laag. Het eerste jaar kwam 56,5 procent van de opgeroepen 12- en 13-jarige meisjes de prik halen. In de jaren daarna steeg de opkomst licht naar 61 procent in 2013 en 2014 om vervolgens scherp te dalen naar 45,5 procent in 2016, het laatste jaar waarover gegevens bekend zijn.
Groepsbescherming
Een hoge vaccinatiegraad is niet alleen belangrijk voor de mensen die zich laten vaccineren. Ook diegenen die zich om wat voor reden dan ook niet laten vaccineren profiteren ervan. Hoe meer mensen gevaccineerd zijn, hoe beter de groepsbescherming werkt en hoe minder mensen het besmettelijke virus kunnen overdragen.
Verspreiding gebeurt via seksueel contact en ook daarom is het van belang om ook jongens te vaccineren. Geen enkele seksueel overdraagbare aandoening komt in de wereld - en in Nederland - zo vaak voor als HPV-infecties.
HPV-infecties zijn niet alleen (mede-) verantwoordelijk voor het ontstaan van diverse vormen van kanker. Het virus kan ook genitale wratten veroorzaken en larynxpapillomatose. Dat laatste is een aandoening waarbij er kleine gezwelletjes (papillomen) groeien op het slijmvlies van de luchtwegen.
