Kamer wil meer actie tegen online bedreigingen tegen politici
De Tweede Kamer wil dat justitie meer doet tegen mensen die via sociale media politici en anderen bedreigen. Aanleiding zijn de doodsbedreigingen aan het adres van PVV-leider Wilders. In de meeste gevallen gaat het OM niet tot vervolging over, omdat de identiteit van de daders niet te achterhalen is.
Volgens Wilders laat het OM 200 zaken waarin hij aangifte heeft gedaan "op de plank liggen". Hij riep minister Grapperhaus ter verantwoording in het vragenuur van de Tweede Kamer. "Het is ongelooflijk dat ze niet worden opgespoord en vervolgd. Dat mijn aangiftes in de prullenbak worden gemieterd", zei Wilders.
Volgens Grapperhaus worden aangiften van bedreigingen wel degelijk zeer serieus genomen en gaan politie en justitie ook echt op zoek naar de dader. De bedreigingen komen echter vaak uit het buitenland, in het geval van Wilders vaak uit Pakistan.
Buitengewoon frustrerend
Het lukt dan soms nog wel om een IP-adres te achterhalen, maar wie daarachter zit is vaak niet duidelijk. Ook is het OM afhankelijk van buitenlandse overheden om de afzender van een bedreiging op te sporen.
"Op enig moment loopt het spoor dan dood. Dat kan betekenen dat het niet zinvol is om door te gaan met rechercheren", zei Grapperhaus. "Buitengewoon frustrerend, met name voor Geert Wilders zelf."
Kamerleden van andere partijen vielen de PVV-leider bij. "Er moet echt een tandje bij", zei CDA-Kamerlid Van Toorenburg. "Sociale media staan niet boven de wet. Dat lijkt soms wel zo", constateerde VVD'er Van Wijngaarden.
De Kamer wil dat providers en socialemediabedrijven als Twitter en Instagram aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid om mee te werken aan de opsporing van bedreigers van politici. Volgens Grapperhaus moet dat in Europees verband gebeuren.
Wilders blijft het allemaal laks vinden. "Als er iets gebeurt, met mij of met iemand anders, dan weet heel Nederland dat u meer had kunnen doen en meer had moeten doen", beet hij de minister toe.