De nieuwe politieke kaart van Nederland: versnippering in beeld
Met de verkiezingen voor de Provinciale Staten achter de rug gaat het vooral over de opvallende winnaar Forum voor Democratie. Maar er is op basis van de uitslagen nog veel meer te vertellen over hoe Nederland woensdag stemde.
Weet je bijvoorbeeld wat de overeenkomsten en de verschillen zijn tussen de PVV en FvD? En zijn er nog regio's waar de coalitie wel een meerderheid weet te halen? Samen met verkiezingsgeograaf Josse de Voogd zoomen we verder in op de uitslagen van deze verkiezingen.
"De uitslagenkaart van Nederland is ten opzichte van vier jaar geleden flink overhoop gehaald", ziet De Voogd. In de helft van de provincies is een andere partij deze keer de grootste geworden.
Deze kaart zegt echter steeds minder, relativeert De Voogd. Je kunt vanwege de versplintering als partij met een steeds lager percentage van de stemmen de grootste worden. De verschillen tussen de winnaar en de nummers twee of drie zijn soms minimaal. Kijk naar Drenthe, waar er 1 procent zit tussen de nummer een, de PvdA, en de nummer drie, de VVD.
Versnippering
Kijk je naar de grootste partij per gemeente, dan is het resultaat nog veelvormiger. "De grote volkspartijen bestaan niet meer; het partijaanbod is steeds verder opgesplitst", legt De Voogd uit. "Zo zien we dat delen van de vroegere PvdA-aanhang nu onderdak vinden bij een hele reeks andere partijen. De vroegere bolwerken van die partij zijn nu vaak bolwerken van óf Denk, óf GroenLinks/D66 óf FvD/PVV."
Hoe deed rechts het?
De rechtse partijen, VVD, FvD, PVV, CDA en SGP hebben gezamenlijk iets gewonnen ten opzichte van de linkse partijen. Maar wat vooral opvalt is een verdere versnippering binnen rechts door de toevoeging van Forum voor Democratie.
Forum heeft de meeste stemmers weggetrokken bij de PVV, maar de mate waarin dat gebeurde lijkt per regio te verschillen. De Voogd: "In het westen van het land ging de PVV in veel gemeenten door de helft, terwijl de partij in Limburg beter overeind blijft. De partij heeft het beste gescoord in de minder welvarende gebieden, zoals de Limburgse mijnstreek. Terwijl het zwaartepunt van de Forum-stemmer meer rond de grote steden in het westen ligt. Vergeleken met de PVV vertoont Forum meer het patroon van de vroegere LPF van Pim Fortuyn, die in 2002 ook uit het niets een enorme verkiezingsoverwinning haalde."
De versnippering binnen rechts raakt naast de PVV ook de VVD. "Kijken we naar de gemeenten waar de VVD in 2015 de grootste was, dan zien we dat die partij de wat welvarender gemeenten, zoals Gooise Meren en Bloemendaaal, weet vast te houden. Terwijl de middenklasse-gemeenten zijn overgelopen naar de FvD. Denk aan Zoetermeer en Haarlemmermeer."
Het CDA is ondanks een behoorlijk verlies nog in veel gemeenten de grootste. "Hierbij gaat het dan wel om dunbevolkte gebieden", zegt De Voogd. "En ook hier geldt weer dat je met een lager percentage toch de grootste kunt blijven, omdat de andere stemmen versnipperen."
Populisme gegroeid
Binnen rechts is het aandeel gegroeid van wat vaak de rechts-populistische partijen worden genoemd, is De Voogd opgevallen. Dat is vooral toe te schrijven aan de verkiezingswinst van FvD, die groter was dan het verlies van de PVV.
Het populisme is in Nederland dus gegroeid. "Nog steeds vinden we in het westen en zuiden de meeste populistische bolwerken, maar het noorden en oosten zijn wel een inhaalslag aan het maken", zegt De Voogd. "Een voorbeeld is Urk, daar stemde deze week bijna een derde op rechts-populistische partijen. In het verleden wonnen daar vooral christelijke partijen en behaalden de overige partijen slechts enkele procenten."
Een ander voorbeeld is de Friese gemeente Achtkarspelen, die dit keer meer dan het landelijk gemiddelde op FvD en PVV heeft gestemd. "Uit de regio rond Achtkarspelen is ook de blokkade van het anti-zwartepietenprotest voortgekomen", vertelt De Voogd.
Linkse en rechtse partijen
Op onderstaande kaart is te zien hoe linkse en rechtse partijen het land verdelen als je ze als blokken bij elkaar optelt. Rechts is volgens De Voogd "sterk in religieuze gebieden, maar ook in veel gemeenten die een relatief hoge welvaart kennen, maar niet per se een hoog opleidingsniveau, zoals het Groene Hart."
"Links is vooral groot in de steden, zeker als daar universiteiten zijn, zoals in Amsterdam, Utrecht, Leiden en Groningen. Nog altijd heeft links in het noord-oosten van Nederland veel aanhang. In de industriële gebieden in Zuid-Holland is de positie van links in de laatste twintig jaar verzwakt."
In onderstaande kaart zijn de ChristenUnie en 50Plus bij geen van de blokken meegeteld, omdat ze moeilijk op de links-rechts-schaal zijn in te delen. Hetzelfde geldt voor de regionale partijen, die woensdag vooral in Groningen sterk waren.
Het beeld op links
Net als op rechts hebben ook de linkse partijen hun eigen specifieke geografische patronen. D66 en GroenLinks zijn vooral sterk in grote steden en randgemeenten met veel hoogopgeleiden. GroenLinks heeft daar nu vaak de koppositie van D66 overgenomen.
De SP heeft op links de grootste klappen gehad, maar is nog steeds de grootste in Pekela, Oss (de gemeente waar de familie Marijnissen vandaan komt) en Heerlen. De Voogd: "Deze partij vindt haar aanhang vooral in het noorden, oosten en zuiden van het land en dan door het hele land in minder welvarende gemeenten."
In het noorden blijft de PvdA ondanks jarenlange verliezen vaak nog wel de dominante linkse partij.
De coalitie
Door het verlies tijdens de Provinciale Statenverkiezingen verliezen regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hun meerderheid in de Eerste Kamer. Het zijn immers de Statenleden die op 27 mei de nieuwe senatoren kiezen. Deze verschuiving is fors: slechts in ruim 30 van de in totaal 355 Nederlandse gemeenten halen deze vier partijen gezamenlijk nog wel meer dan 50 procent.
De opkomst
Met een opkomst van 56,1 procent gingen deze verkiezingen 1,3 miljoen mensen meer naar de stembus dan bij de vorige Statenverkiezingen. Tegelijk, zegt De Voogd, betekent dit dat er nog altijd een grote groep thuis is gebleven. "Zouden de niet-stemmers een partij vormen, dan zijn ze vrijwel overal de grootste."
Alleen in Rozendaal, Staphorst en Urk haalde een partij meer stemmen dan het aantal mensen dat niet opkwam. Dat kwam door een combinatie van een hoge opkomst en veel steun voor één partij. In Rozendaal was de VVD die winnaar, in Staphorst en Urk was het de SGP.