Geweldsincidenten maken doktersassistenten boos en verdrietig
Bijna twee op de drie doktersassistenten hebben de afgelopen twee jaar wel eens te maken gehad met fysiek of verbaal geweld. Ze zijn uitgescholden of geslagen en in een enkel geval bedreigd met een mes, bijl of vuurwapen, zeggen ze in een enquête van de beroepsvereniging NVDA. Bijna 1000 van de 26.000 assistenten hebben daaraan meegedaan.
Aanleiding voor het onderzoek was een incident in een huisartsenpraktijk in Venray. Daar werd een doktersassistente door een man bespuugd en bedreigd. Volgens de NVDA wilde de politie aanvankelijk geen aangifte opnemen, omdat er tussen de assistente en haar belager glas zat en er daarom volgens de politie geen sprake was van een doodsbedreiging.
In de peiling zeggen veel doktersassistenten dat geweld veel indruk op hen maakt. Op het moment zelf blijven ze "rustig en professioneel", maar daarna zijn ze van slag. Ze krijgen soms fysiek klachten en voelen zich verdrietig en onveilig.
Leren rustig blijven
Geweldsincidenten in huisartsenpraktijken en tegen andere zorgverleners (ambulancepersoneel) zijn niet nieuw. De NVDA geeft al cursussen en workshops. Daar leren doktersassistenten hoe ze op dreigende en gewelddadige situaties kunnen reageren. Rustig blijven en deëscaleren in een vroeg stadium vormen de kern van deze aanpak.
Maar de beroepsgroep vindt dat er meer moet gebeuren. NVDA-voorzitter Kees Gillis zei in het NOS Radio 1 Journaal dat hij de uitkomsten van de enquête gaat aanbieden aan de politiek, al verwacht hij niet dat Den Haag de problemen oplost. Hij vindt dat "we elkaar moeten aanspreken op wangedrag". Ook is het belangrijk dat doktersassistenten geweldsincidenten altijd melden bij hun werkgever en aangifte doen.
Gillis zei verder dat de oorzaak van het geweld tegen doktersassistenten niet is onderzocht. Maar hij vermoedt dat mensen tegenwoordig om uiteenlopende redenen "een kort lontje" hebben. De uitkomst van de ledenraadpleging maakt hem boos. "Zorgverleners proberen mensen te helpen, en doktersassistenten zijn de eersten met wie een patiënt contact heeft."
Hij is blij met Doe eens lief, de nieuwe campagne van SIRE (de Stichting Ideële Reclame). Die wil "Nederlanders aan het denken zetten hoe we dagelijks met elkaar omgaan". Het gaat daarbij om "groot en klein onaardig gedrag". Voorbeelden daarvan zijn bumperkleven, het treiteren van medewerkers in het ov, voordringen, geluidsoverlast, schelden en haatberichten op sociale media.