Welkom in de wereld van de 'tailwhips' en 'barspins'

Nieuwe Olympische Spelen, nieuwe olympische sporten. In Tokio in 2020 staat 'freestyle bmx' op het programma. Een sport waarin het draait om trucs op een crossfiets. Trucs die namen hebben als 'double flair', 'triple tailwhip' en '720 barspin'.

Ze kwamen zaterdag allemaal voorbij op het 040 Bike Park in Eindhoven, waar de eerste Nederlandse kampioenschappen in deze tak van sport werden gehouden.

Het is een spectaculaire sport, een gevaarlijke sport ook met aan de lopende band valpartijen. Het heet een urban sport te zijn, het is ontstaan op straat en het is al best oud. In 1992 was er al een wereldtitel voor een Nederlander, Bart de Jong.

De Jong (49) is tegenwoordig jurylid van de UCI en het internationale olympische comité (IOC). Hij adviseerde het IOC omtrent de toelating van de sport aan het olympische programma van Tokio.

Beter, hoger, verder

"Er zijn heel veel criteria waar op gelet wordt." Je scoort bijvoorbeeld punten als je het hele park gebruikt, als je sprongen maakt en trucs gebruikt en als de bmx'er creatief is. Dingen doet die de concurrentie niet doet. Het laat zich niet helemaal in beton gieten want, zo legt De Jong uit: "Het kan altijd beter, altijd hoger en altijd verder."

De eerste Nederlandse kampioenen heten: Shanice Silva Cruz en Tom van den Bogaard. "Supercool! De eerste titel. Deze wilde ik hebben", straalt Cruz.

Maar de 26-jarige Rotterdamse, die er prat op gaat dat ze de eerste vrouw in de wereld was die een 'front flip' succesvol uitvoerde, droomt van meer. Ze wil nu ook naar Tokio. Er zijn acht tickets voor de mannen, acht voor de vrouwen. "Ik droom er elke avond van. Ik hoop dat ik het kan halen."

Van den Bogaard heeft zo zijn twijfels bij de vlucht die zijn sport neemt. "Het wordt heel moeilijk om me te plaatsen. Maar ik moet even kijken of dat wel mijn hoofddoel is. (...) Het is freestyle. Dat doe je om een reden. Nu komen er wel heel veel regels bij kijken. Het wordt serieuzer. En ik vind het wel gaaf zoals het is."