Bisschop blokkeerde benoeming vanwege melding van seksueel misbruik
De benoeming van een rooms-katholieke priester is recentelijk niet doorgegaan vanwege het risico van seksueel misbruik. Uit antecedentenonderzoek bleek dat er enkele decennia geleden tegen de priester een melding van seksueel overschrijdend gedrag was gedaan. Daarom zag de betrokken bisschop - de kerk wil niet zeggen om wie het ging - van de benoeming op een andere plek af.
Het is één van de concrete uitkomsten van het preventiebeleid dat de Nederlandse bisdommen, ordes en congregaties na de verschijning van het rapport van de commissie-Deetman hebben ontwikkeld.
Doel is herhaling van de misbruikschandalen uit het verleden te voorkomen. De NOS deed onderzoek naar de resultaten van dit beleid. Morgen is het exact zeven jaar geleden dat Deetman zijn bevindingen presenteerde.
Vergeten
Sinds 2014 wordt er bij benoemingen binnen de Rooms-Katholieke Kerk van kandidaten onder meer verlangd dat zij een Verklaring omtrent gedrag (VOG) overleggen. Een VOG krijg je alleen als je de laatste vier jaar geen strafbare feiten hebt gepleegd; voor zedendelicten geldt een onbeperkte termijn.
Al langer gold de verplichting van een antecedentenonderzoek. De bisschop of hogere overste die verantwoordelijk is voor de benoeming moet controleren of er zich in het verleden geen zaken hebben afgespeeld die benoeming in de weg staan. Daarbij gaat het met name om seksueel misbruik.
Ordes
Sinds verschijning van het rapport van de commissie-Deetman zijn in de zeven Nederlandse bisdommen 103 van die onderzoeken gedaan. In één geval ging er volgens informatie van de bisdommen zelf dus een streep door een benoeming, in een ander geval werd de aanstelling uitgesteld omdat bleek dat de verplichting van dat het onderzoek over het hoofd was gezien. Dat laatste antecedentenonderzoek wordt nu alsnog gedaan en is nog niet afgerond.
Voor benoemingen bij de ordes, congregaties en abdijen in Nederland zijn geen cijfers bekend. 189 van hen zijn weliswaar aangesloten bij de Konferentie Nederlandse Religieuzen. Maar deze KNR opereert als koepelorganisatie, niet als centraal gezag dat zaken kan afdwingen.
Willen de religieuze instituten aangesloten blijven bij de KNR, dan zijn ze wel verplicht het preventiebeleid en de geldende gedragscode van de Nederlandse kerkprovincie te onderschrijven. De naleving daarvan wordt dus niet centraal gecontroleerd.
Meerderjarigen
Naast dit alles startte de kerk 3,5 jaar geleden een 'Meldpunt Grensoverschrijdend Gedrag RKK'. Daar zijn sindsdien 46 meldingen binnengekomen. Acht daarvan hadden betrekking op seksueel grensoverschrijdend gedrag dat heeft plaatsgevonden na verschijning van het rapport van de commissie-Deetman.
Het meldpunt benadrukt dat het in al die acht gevallen ging om meldingen van misbruik van meerderjarigen, niet van kinderen. Niet altijd leidden de meldingen tot formele klachten. In drie gevallen lopen de zaken nog.
Twee kwesties die zijn aangekaart bij het meldpunt hadden betrekking op één en dezelfde religieuze beweging die niet is aangesloten bij de KNR en ook niet valt onder het gezag van een bisdom. Een hulpbisschop heeft vorig jaar wel actie ondernomen tegen deze beweging: hij heeft de kwestie gemeld bij het Vaticaan.
Daarnaast nam hij contact op met de Nederlandse politie. De naam van deze beweging willen meldpunt noch de bisdommen prijsgeven. "De bisschop van het bisdom waar deze beweging is gevestigd is op de hoogte en volgt de beweging", stelt een KNR-woordvoerder.
'Bemoedigend'
Hoogleraar kerkgeschiedenis Paul van Geest van de Universiteit Tilburg vindt het over het algemeen positief hoe de kerk in deze kwesties heeft geopereerd. "Zowel bij de geschrapte benoeming als bij de meldingen over de religieuze beweging is het volgens mij precies gegaan zoals het de commissie-Deetman voor ogen stond. In dat laatste geval is niet alleen geprobeerd de zaak intern op te lossen, maar zijn ook de wereldlijke autoriteiten op de hoogte gebracht. Als hoogleraar kerkgeschiedenis, de geschiedenis van de kerk kennende, zeg ik: dat is bemoedigend. De Nederlandse bisschoppen hebben onder kardinaal Eijk hun bestuurlijke verantwoordelijkheid genomen. Dat is een uitstekende zaak."
De bisdommen wijzen erop dat de opleidingen eveneens zijn aangescherpt sinds 'Deetman'. Zo wordt er een assessment gedaan bij de toelating van nieuwe priesterstudenten. Bij de meeste studenten is dat wel lastig, omdat tegenwoordig meer dan driekwart afkomstig is uit het buitenland: van India en Sri Lanka tot Zuid-Europa en Latijns-Amerika.
Varianten op de VOG's zijn er echter wel in de meeste landen, zegt rector Lambert Hendriks van grootseminarie Rolduc, met vijftig studenten de grootste priesteropleiding van het land. "En de opleiding hier is betrekkelijk intensief en lang: zes jaar. Na die tijd in deze betrekkelijk kleine leefgemeenschap weet ik echt wel wat voor vlees ik in de kuip heb. In de lessen op Rolduc wordt veel aandacht besteed aan zaken als het celibaat en de praktische betekenis van de gedragscode. Maar ook in de jaren na de priesterwijding is er aandacht voor intervisie, inclusief gesprekken met een psycholoog."