Gerard Unger
NOS Nieuws

'Letters ontwerpen gaat om details, het is ontucht met mieren'

  • Lambert Teuwissen

    redacteur Online

  • Lambert Teuwissen

    redacteur Online

"Het leven is mooi voor een letterontwerper", meende Gerard Unger, gisteren overleden op 76-jarige leeftijd. Toen hij vijftig jaar geleden met het ambacht begon, moesten ontwerpers constant de tekortkomingen van het drukproces in het achterhoofd houden. Nieuwe technieken maakten de eindresultaten steeds beter.

"Vroeger moest je knokken tegen de techniek. Je moest maar zien of je letters het drukken in lood of fotozetten overleefden", herinnerde hij zich. "Je moest je letters daarom sterke kenmerken meegeven."

In het gesprek met de NOS ter gelegenheid van zijn boek Theory of design, enkele maanden voor zijn dood, legde hij de beperkingen van vroeger uit. "Bij het drukken met loden letters wordt de inkt een beetje tussen papier en de letters uitgeperst, er kwam een randje omheen. Als het dunne inkt was, verdronk een letter daarin."

"Je kon een slechte drukker nooit letters geven die er toch goed uitkomen, maar bijvoorbeeld bij kranten had men het redelijk onder controle. De drukker wist hoeveel inktspreiding er was en daar kon je op ontwerpen: de letter lichter maken. Ik heb wel eens een noodkreet gehad toen een krant overging op een betere pers en mijn letter ineens te licht was. Toen heb ik een zwaardere versie moeten maken."

Beter papier en betere drukmethoden (eerst fotozetten en nu offset) gaven beter resultaat. "Alles wordt nu op een scherm opgemaakt en met één druk op de knop gaat het naar de drukker. Daardoor wordt je ontwerp bijna exact gereproduceerd", legde Unger uit. "Je weet niet wat je ziet als je een hedendaagse krant vergelijkt met een uit 1989."

  • ANP
    Letterzetters in 1928
  • ANP
    Drukkerij van De Waarheid in 1981
  • ANP
    Een drukkerij in 1983
  • ANP
    Het Parool wordt gedrukt in 1986
  • ANP
    Een krant wordt gedrukt in 2017

Met digitale letters krijgt de gebruiker tegenwoordig zelfs precies te zien wat de ontwerper voor ogen had. Ook daar dicteerde de techniek aanvankelijk het design: doordat ontwerpers moesten werken op een rooster van negen pixels breed en veertien hoog was er weinig mogelijk.

"Het was een blokkendoos. Lego", verzuchtte Unger. Ruimte voor sierlijke toevoegingen zoals schreven aan het einde van letters was er niet. Al snel ontdekten ontwerpers dat 'hinten' hielp: kenmerkende kleine delen konden grof worden weergegeven om letters leesbaarder te maken. "Gelukkig is het snel beter geworden. Toen de beeldbuis werd vervangen door lcd-schermen kwam je al op een veel hogere resolutie."

Opvallend genoeg bleef 'schreefloos' de standaard online: de sierlijke eindes die waren gesneuveld keerden niet terug toen dat mogelijk werd. "Mensen zijn gewoontedieren. Ik denk dat dat meespeelt. Als mensen een boek openslaan en het is schreefloos, zullen ze toch even raar opkijken."

Ontucht met mieren.

Gerard Unger over zijn werk

Het geeft aan dat veel van Ungers werk om details draaide. "Ontucht met mieren", zei hij graag. In zijn boek gaf hij voorbeelden: hoe de o net even groter moet zijn dan andere letters, omdat die er anders te klein uitziet. Hoe in een schuin schrift de stok van de f iets rechter moet staan om optisch niet af te wijken van de b en d.

Unger hield er zelfs rekening mee in welke taal zijn werk gebruikt zou worden. Voor het Nederlands en Italiaans was het belangrijk om extra aandacht te geven aan de gg uit 'bruggen' of 'viaggio', die snel botsen op een pagina. "Dan zit ik bovenaan een pagina en zie ik een eind lager een soort vlekje. Die dubbele g."

"Je houdt je tot in het extreme met details bezig. Maar tel eens alle a's op in een tekst en zie hoe vaak ze erin voorkomen. Dan realiseer je je dat de details niet ieder voor zich werken, maar allen met elkaar. En dat telt op."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl