Rusland erkent systematisch dopinggebruik
De Russische minister van Sport Pavel Kolobkov en het hoofd van het Russisch olympisch comité Aleksandr Sjoekov hebben in een brief aan het mondiale antidopingbureau WADA erkend dat er in Rusland sprake is geweest van systematisch dopinggebruik, zo meldt de Franse sportkrant L'Équipe.
"De diepe crisis in de Russische sport is door onaanvaardbare manipulaties van het antidopingsysteem veroorzaakt. Dat is door onderzoekingen in opdracht van het WADA en van het IOC aan het licht gekomen", is te lezen in de brief. "Namens de door ons vertegenwoordigde organisaties betreuren wij oprecht de manipulaties en praktijken die hebben plaatsgehad in Rusland."
Eisen WADA
Met de dopingbekentenis wordt door de Russen voldaan aan één van de eisen die door het WADA zijn gesteld aan het opheffen van de al sinds november 2015 geldende schorsing van het nationale antidopingbureau Rusada. Pas als Rusada weer kan opereren, kan er sprake zijn van een volledige terugkeer van Rusland in de mondiale sport.
Onder meer de internationale atletiekfederatie IAAF eist een functionerend Rusada voor het opheffen van de schorsing van de Russische bond. In de brief wordt gesteld dat betrokken organisaties belangrijke veranderingen doorgevoerd hebben. Er zou sprake zijn van een hervorming die moet leiden tot een effectievere strijd tegen doping.
Hoogleraar sport en recht aan de Vrije Universiteit Marjan Olfers ziet dat dit een eerste stap is van de Russen naar een schone sport. "Er moest wel wat gebeuren bij de Russen. Ze zijn natuurlijk gestraft door Russen tijdens de Olympische Spelen in Pyeongchang onder neutrale vlag mee te laten doen. Dat heeft ze hard geraakt", laat Olfers weten in het radioprogramma Langs de Lijn en Omstreken.
"Het WADA blijft volharden dus er moest wel iets gebeuren bij de Russen. Ik denk dat dit de eerste buiging is en dat er voor het eerst ook 'sorry' gezegd is. De geloofwaardigheid moet weer terug in de Russische sport willen zij weer deel kunnen nemen aan grote sportevenementen", aldus Olfers.