Indonesiërs vrezen voor meer Syrië-terugkeerders na kerkaanslagen
Voor het eerst in jaren zijn kerken in Indonesië doelwit geworden van terroristische aanslagen. En voor het eerst zitten terugkeerders uit Syrië achter een aanslag van deze grootte in het Aziatische land.
Het was een Indonesisch moslimgezin met vier kinderen dat naar drie kerken in de stad Surabaya toog met als doel om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. De vader reed met een auto vol bommen naar een kerk, twee zonen van 16 en 18 vertrokken op een motor en met bommen naar een andere. Het doelwit van de moeder en twee dochters van 9 en 12, met bomgordels was een derde kerk, zei het politiehoofd.
Ze maakten minstens zeven dodelijke slachtoffers en minimaal 41 mensen raakten gewond. Geen van de zes aanslagplegers overleefde. Het gezin was in Syrië geweest. "Ze waren streng in de islamitische leer en hoopten daar een land met de sharia en alles erop en eraan te vinden", zegt correspondent Michel Maas. "Het feit dat de vrouw niet alleen zichzelf maar ook haar kinderen heeft opgeofferd, geeft wel aan hoezeer ze geradicaliseerd waren."
Er wordt gevreesd voor andere terugkeerders.
Er zijn ongeveer 500 terugkeerders van de naar schatting 1100 Indonesiërs die zich in Syrië bij IS aansloten. Zij worden in de gaten gehouden door de Indonesische autoriteiten. Dat was ook bij deze familie het geval. "Maar kennelijk gaat dat nog niet heel ver. Er wordt gevreesd dat andere terugkeerders net zo denken en alleen maar op een aanleiding wachten om een aanslag te plegen."
En dat kan het land vanzelfsprekend niet gebruiken. Sinds het begin van de eeuw werden er tal van aanslagen gepleegd. Op kerstavond in 2000 werd het land opgeschrikt door een serie aanslagen op kerken. In negen steden ontploften bommen. Sindsdien worden kerken 's zondags standaard bewaakt.
De dodelijkste aanslagen waren twee jaar later op de populaire toeristenbestemming Bali. Daarbij vonden 202 mensen de dood. Jemaah Islamiyah, dat banden had met al-Qaida, was ervoor verantwoordelijk en pleegde daarna nog meer aanslagen in het land.
Met hard optreden heeft de Indonesische antiterreurpolitie die groep uiteindelijk uitgeschakeld, zegt Maas. "Ofwel gedood ofwel opgesloten. De groep heeft zijn strijd tegen westerlingen uiteindelijk ook afgezworen. Dat was het einde van de grote terreur in Indonesië." Sindsdien pleegden eenlingen of kleine groepjes aanslagen, veelal met messen en vaak op politieagenten. Ze hadden geen vuurwapens of middelen voor bomaanslagen.
De jacht op terroristen gaat voortdurend door.
"Door de opkomst van IS is dat veranderd. De groepjes en eenlingen vonden iets om zich achter te scharen en ze werden gestimuleerd." Zo was er in januari 2016 een gevreesde en door IS geregisseerde aanslag in Jakarta. En nu dus weer een aantal op kerken.
De antiterreurbrigade heeft jarenlang strijd gevoerd tegen terroristen en radicale groepen. "Ze hebben veel in kaart gebracht en zitten ze op de hielen", zegt Maas. Vandaag werden er elders op Java vier terreurverdachten doodgeschoten en twee gearresteerd. "De jacht gaat voortdurend door. Meer kunnen ze denk ik niet doen."