Voedsel en brandstof voor Jemen in vlammen opgegaan
In de haven van Hodeida in Jemen zijn bij een brand enkele pakhuizen met hulpgoederen in vlammen opgegaan. Er lagen onder meer voedsel, matrassen en brandstof opgeslagen.
Volgens medewerkers van de pakhuizen ontstond het vuur door kortsluiting. De brandweer slaagde er niet in het vuur te doven. Boven de haven waren enorme rookwolken te zien.
"Het vuur heeft enorme hoeveelheden brandstof, voedsel en hulpgoederen vernietigd", aldus een woordvoerder van het Wereldvoedselprogramma van de VN. Er lagen onder meer honderdduizenden matrassen voor Jemenieten die gevlucht zijn voor het oorlogsgeweld.
Een groot deel van Jemen is na drie jaar oorlog afhankelijk van voedselhulp. Het grootste deel van de hulpgoederen komt het land binnen via de haven van Hodeida.
'Heel slecht nieuws'
Door de oorlog zijn meer dan 10.000 doden gevallen en de economie is tot stilstand gekomen. "Deze brand is heel slecht nieuws voor een land waar 22 miljoen mensen afhankelijk zijn van hulp", zegt Merlijn Stoffels van het Rode Kruis, dat bij de hulpverlening samenwerkt met de VN. "Het betekent dat je minder mensen kunt helpen. Zeker 2 miljoen mensen zijn ernstig ondervoed."
In de pakhuizen waren ook voorraden brandstof om mee te koken opgeslagen. Er is een tekort aan gas waardoor de bevolking op zoek moet naar alternatieven als hout en kolen. Stoffels: "Voedsel en water moeten gekookt worden. Dat is belangrijk om te zorgen dat bacteriën worden gedood en zo te voorkomen dat mensen ziektes krijgen, zoals cholera."
Het Rode Kruis heeft zelf geen opslagplaatsen in Hodeida, maar coöpereert wel met het VN-Wereldvoedselprogramma, onder meer bij het uitdelen van de VN-hulpgoederen. "Dus ook voor ons is het een zware aderlating."