Is het erg dat noordelijke witte neushoorn uitsterft?
De gisteren overleden neushoorn Sudan was de laatste noordelijke witte mannetjesneushoorn. Hij groeide uit tot een icoon van de strijd tegen uitroeiing van diersoorten op aarde. Nu deze ondersoort van de witte neushoorn echt gaat uitsterven, rijst de vraag: is dat kwalijk?
De noordelijke en zuidelijke witte neushoorns verschillen fysiek iets van elkaar, maar niet genoeg om ze tot een aparte soort te rekenen, legt neushoorndeskundige Christiaan van der Hoeven van het Wereld Natuur Fonds (WNF) uit. Noordelijke en zuidelijke witte neushoorns kunnen bijvoorbeeld wel samen nakomelingen krijgen.
Sudan leefde tot 2009 met drie andere noordelijke witte neushoorns in een Tsjechische dierentuin. Toen verhuisden ze naar een privéreservaat in Kenia. Wetenschappers hoopten dat een meer natuurlijke omgeving de neushoorns zou stimuleren om te paren, in een poging de soort te redden. Na het overlijden van Sudan lijkt die poging definitief gestrand.
Op twee vrouwtjes na zijn alle witte neushoorns nu van de zuidelijke ondersoort: zo'n 20.400 in totaal. Van alle vijf neushoornsoorten komt de witte neushoorn het vaakst voor. Als de noordelijke witte neushoorn verdwijnt, blijven er dus nog relatief veel witte neushoorns over.
Toch is het uitsterven van de noordelijke witte neushoorn alarmerend, vindt Van der Hoeven. "Het uitsterven van een soort binnen de evolutie is geen ramp, dat hoort binnen de ontwikkeling van een ecosysteem", zegt Van der Hoeven. "Maar de huidige uitstervingsgolf wordt honderd procent veroorzaakt door de mens."
Dit is niet alleen schadelijk voor de biodiversiteit, maar ook voor de mens. "Iedere soort heeft een functie in het ecosysteem. Hoe meer schakels je weghaalt, hoe meer het systeem verzwakt. En wij zijn afhankelijk van het ecosysteem. Als het in elkaar klapt is dat onomkeerbaar."
Van der Hoeven licht toe dat grazende neushoorns ervoor zorgen dat bepaalde stukken natuur niet overwoekeren met begroeiing, maar dat het open savannes blijven. Niet alleen trekt dit andere diersoorten, zoals antilopes aan, maar het zorgt er bijvoorbeeld ook voor dat bosbranden zich minder makkelijk kunnen verspreiden.