Anti-terreureenheid helpt bij onderzoek vergiftigde ex-spion en dochter
De anti-terreureenheid van de Britse politie helpt mee aan het onderzoek naar de vergiftigde oud-spion Sergej Skripal. Die werd gisteravond samen met een vrouw met spoed opgenomen in een ziekenhuis, nadat hij bewusteloos was gevonden op een bankje bij een winkelcentrum in de stad Salisbury. Beiden verkeren in levensgevaar op de intensive care. De autoriteiten hebben bekendgemaakt dat de vrouw de 33-jarige dochter is van Skripal.
De twee zouden in aanraking zijn gekomen met een zeer giftige stof, onduidelijk is nog welke. "Het is een ongebruikelijke zaak en het is belangrijk om zo snel mogelijk te achterhalen wat zijn ziekte heeft veroorzaakt", zegt de hoogste Britse anti-terreurfunctionaris Mark Rowley tegen de BBC. Volgens de topman richt het onderzoek zich op gesprekken met getuigen, sporenonderzoek en toxicologisch onderzoek.
Twee Britse agenten die na het incident ook in het ziekenhuis werden opgenomen, mogen weer naar huis.
Rusland wil helpen
De 66-jarige Russische dubbelspion Sergej Skripal kreeg jaren geleden asiel in Groot-Brittannië na een spionnenruil in 2010. Hij was in Rusland veroordeeld voor spionage voor de Britse geheime dienst MI6.
Het Kremlin noemt het een tragische situatie en zegt dat het geen informatie heeft over wat er met Skripal is gebeurd. Moskou wil het onderzoek ondersteunen, maar heeft daar tot nu toe geen verzoek van de Britten voor ontvangen.
In Britse media wordt gespeculeerd over Russische betrokkenheid bij de vergiftiging. Een woordvoerder van het Kremlin zegt dat de Engelse journalisten alweer snel hun beschuldigingen klaar hebben.
Het nieuws over Skripal doet denken aan de moord op de Russische voormalige geheim agent Aleksander Litvinenko. Hij overleed in 2006 na vergiftiging in Londen met het radioactieve polonium-210. Later bleek dat de Russische president Poetin daar waarschijnlijk opdracht voor heeft gegeven.
