Eerste hulpkonvooien bereiken Oost-Ghouta
In de zwaar belegerde regio Oost-Ghouta, bij de Syrische hoofdstad Damascus, zijn de eerste hulpkonvooien aangekomen. Als eerste arriveerde een konvooi van de Rode Halvemaan, waar ook lege bussen deel van uitmaken waarmee burgers geëvacueerd kunnen worden.
Kort daarna kwamen de eerste vrachtwagens van VN-noodhulporganisatie OCHA aan in Douma, de grootste en dichtstbevolkte stad in het gebied. De VN wil 46 trucks met medische hulp en voedselhulp naar Oost-Ghouta sturen.
Een medewerker van de Wereldgezondheidsorganisatie zegt wel dat Syrische militairen het medische materiaal, zoals benodigdheden voor operaties en dialyse en insuline, grotendeels in beslag hebben genomen. Het is de bedoeling dat die spullen donderdag met een volgend konvooi alsnog naar Oost-Ghouta worden gebracht.
Zware bombardementen
Ongeveer een derde deel van Oost-Ghouta is nu in handen van het Syrische leger, dat al twee weken ongenadig hard optreedt tegen de rebellen die het gebied tot voor kort in handen hadden.
Het offensief, dat gepaard gaat met zware bombardementen met onder meer vatbommen, heeft volgens de VN aan ruim 600 mensen het leven gekost. Veel mensen in Oost-Ghouta brengen uren per dag door in schuilplaatsen. Er zijn sinds januari zo'n 15.000 mensen uit hun huis verdreven.
In het gebied geldt een dagelijkse gevechtspauze tussen 09.00 uur en 14.00 uur. De VN-Veiligheidsraad maakt zich grote zorgen over de humanitaire situatie en heeft opgeroepen tot een algeheel staakt-het-vuren in heel Syrië, maar dat is niet gelukt.
Tot vandaag was in Oost-Ghouta maar één hulpkonvooi aangekomen, op 14 februari. President Assad van Syrië noemt het "een belachelijke leugen" dat de humanitaire situatie kritiek is. De Britse actiegroep Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten meldt dat de bombardementen maandagmiddag onverminderd doorgingen.
