Leven zonder hoofddoek: vurige wens van binnen, taboe van buiten
"Mag de camera even uit? Dan kan ik je vraag beantwoorden."
Off the record willen vrouwen in Iran best praten over de recente protesten tegen de verplichte hoofddoek in de Islamitische Republiek. Maar herkenbaar in beeld, terwijl de camera loopt, houden ze zich liever op de vlakte. Dan zijn uitspraken gevaarlijk, zeker als ze steun uitspreken voor de vrouwen die in het openbaar hun hoofddoek afdoen, hem aan een stok hangen en ermee zwaaien.
De laatste weken krijgen de vrouwen applaus op straat. Maar worden ze ook opgepakt door de Iraanse politie. En daarom zwijgen de meesten liever. In ieder geval in het openbaar.
Zoals de jonge vrouw die ik wil interviewen voor een reportage over die recente protesten. Ze laat ons binnen met hoofddoek op, maar zodra de deur dicht is, laat ze die van haar hoofd in haar nek glijden. Het is een duidelijk signaal. Ze draagt hem omdat het verplicht is, niet omdat ze dat zelf wil. Zoals zo veel vrouwen in Iran. Maar zodra de camera draait, gaat de hijab weer op. En is praten over de protesten niet mogelijk. Of zoals een andere vrouw het zegt: "Is het goed als ik deze vraag niet beantwoord? Anders moet ik bewust tegen je liegen."
'Bescherming tegen seksuele driften'
Sinds het begin van de Islamitische Revolutie, nu 39 jaar geleden, zijn vrouwen in Iran verplicht hun haar en lichaam te bedekken. Een hoofddoek, of hijab, en kleding die zoveel mogelijk van het lichaam verhult. Sokken, een lange jas, niet te strak.
Een mullah, een Iraanse geestelijke, legt me uit dat het is om de vrouwen te beschermen, tegen mannen en hun seksuele driften. Zodat ze alles kunnen doen wat ze willen, zonder daarbij gestoord te worden. Wat ze daar zelf van vinden, vertelt hij er niet bij.
Maar sinds begin dit jaar kiezen steeds meer vrouwen voor een openlijke daad van verzet. Ze binden hun hoofddoek aan een stok en zwaaien ermee, alsof het een overwinningsvlag is. Gewoon, in het midden van de stad. Op een plein, in een park of op een trafohuisje. Het liefst gefilmd, zodat hun daad van protest de wereld over kan. Ook al riskeren ze er een gevangenisstraf mee.
Als ik de jonge vrouw van wie ik de naam niet zal noemen, vraag of ze de protestvrouwen dapper vindt, uiteraard met een niet-draaiende camera, schiet ze vol. Ja, deze vrouwen zijn dapper. En doen iets wat zij zegt niet te kunnen. Zij heeft een goed lopend bedrijf, zij kan haar nek niet uitsteken. Laat staan een stok met haar hoofddoek eraan. Alsof ze voelt dat ze dit ook voor haar doen.
Lang niet alle vrouwen in Iran willen hun hoofddoek het liefst afdoen. 250 kilometer ten zuiden van Teheran, in de stad Kashan, ontmoet ik Asma van 17. Zij is opgevoed en opgegroeid met de chador, een zwart lang gewaad en een strakke hoofddoek waar geen sprietje haar uitpiept. Ze zegt dat ze er blij mee is. Ook zij heeft de filmpjes gezien van opstandige vrouwen. Ze vindt het maar niks. En gelukkig, zegt ze, zijn het er maar weinig. "We zijn niet allemaal zo."
Ondertussen komt er in Teheran heel veel haar onder de hoofddoeken vandaan. Daar lijkt het een sport om de hijab zo laag mogelijk op het achterhoofd te dragen, zonder dat hij in je nek valt. Ik zie veel vrouwen worstelen met de doek: deze manier van dragen vraagt om continue correctie van de zwaartekracht. Maar toch liever dat, dan hem comfortabel op je voorhoofd laten rusten.
Want ook dit is een daad van verzet. Hoe lager de hoofddoek, des te groter de middelvinger.