Beatrix op de rampplek: als een moeder die troost kwam bieden

Ontelbare handen heeft de bijna 80-jarige prinses Beatrix geschud. Het hoort bij het leven van de oud-koningin. Ook de laatste jaren, nu ze weer prinses is, verricht ze openingen en bezoekt ze voorstellingen, al wordt het wel steeds minder.

Vaak zijn het vrolijke gelegenheden waar Beatrix verscheen, maar niet altijd. Ter ere van haar tachtigste verjaardag morgen kijken politiechef José Rooijers en oud-politicus Roel Janssen terug op twee aangrijpende bezoeken van de toenmalige koningin, na de vuurwerkramp in Enschede (2000) en de Bijlmerramp (1992).

Een dag na de vuurwerkramp hoorde politiechef José Rooijers dat koningin Beatrix een kijkje kwam nemen. Ze vond het eigenlijk maar niets. "We waren nog druk bezig met het zoeken naar mensen", vertelt ze. Haar mening veranderde snel tijdens het bezoek. "Ze was heel betrokken. Ze wilde alles weten. Waar zijn de brandweermensen omgekomen? Waar stond de vuurwerkfabriek?"

Tijdens het bezoek hoorde Rooijers dat een gezin waar naar gezocht werd, dood was aangetroffen. "Toen werd ik emotioneel. En als in een hele natuurlijke reactie sloeg de koningin de arm om mij heen. Ja, dat is een moment dat je nooit vergeet. Je vergeet ook op dat moment dat zij koningin is. Dan is het iemand die je echt oprecht troost."

Een moederfiguur die langskwam, zo typeert de Amsterdamse oud-stadsdeelvoorzitter Roel Janssen Beatrix tijdens haar bezoek aan de Bijlmer. Een paar dagen daarvoor was er een vliegtuig neergestort. "Ze was hier om mee te leven, om mee te rouwen en om mensen troost te bieden. De manier waarop zij dat heeft gedaan, heeft grote indruk gemaakt."

De koningin bezocht de flat waar het toestel was neergekomen en sprak met mensen die dakloos waren geworden. Janssen: "Een mevrouw zei na afloop tegen mij, het was net een moeder die langskwam en troost kwam bieden. Als dat gezegd wordt, is het mooi."